Quiz
Quiz
De academische wereld wordt de laatste tijd overspoeld met wedstrijden en quizzen. Op zich geen probleem, zeker niet voor een statisticus: het Monty Hallprobleem, over een quizmaster, drie deuren en een geit, is misschien wel de bekendste statistische puzzel die er is.
En ik doe er zelf vrolijk aan mee. Zo zit ik in de jury van de Getal van het Jaar-verkiezing. Vorig jaar was 38,2 de winnaar. Benieuwd wie er dit jaar wint? Kijk volgende week naar #DWDD! Op 27 december doe ik mee aan de Nationale Wetenschapsquiz. Dat is vooral erg leuk om te doen en niet al te serieus, maar er gaat natuurlijk ook tijd in zitten.
Er zijn ook serieuzere wedstrijden die in de tijd van de baas gespeeld worden. Zo heeft de universiteit een nieuwe prijs in het leven geroepen die in goed Nederlands de UG Impact Award heet. Deze prijs is bedoeld voor de beste valorisator van de universiteit: wie weet het beste aan het algemeen publiek uit te leggen dat hij/zij nuttig werk doet? (Het woord valoriseren is een raar soort oxymoron, maar dat terzijde)
Met wat collega’s zat ik in de jury van de facultaire voorverkiezing en zo heeft elke faculteit enkele deelnemers en juryleden die er uren in steken. Uiteindelijk zal een centrale jury uit de elf inzendingen een keuze maken.
Het is leuk om te winnen, maar je kan je afvragen of zo’n prijs de meest efficiënte besteding van euro’s en uren is
Uiteindelijk steken RUG-breed honderden mensen uren in zo’n award. Dat levert nogal een verborgen kostenpost op. De prijs zelf, 7500 euro in totaal, drukt niet zo op de begroting van de RUG, maar met al deze uren erbij is het ook geen gratis feestje.
Het is leuk voor de toekomstige winnaar om de award te winnen, maar ook zonder is het leuk als jouw onderzoek impact heeft. Je kan je afvragen of zo’n prijs de meest efficiënte besteding van euro’s en uren is, ook al gaat het om een relatief klein bedrag.
De minister vraagt zich dat niet af. Vanaf komend jaar komt ze met de Onderwijsprijs voor het beste en meest vernieuwende onderwijsteam. Twee teams zullen een geldbedrag van maar liefst 2,5 miljoen winnen. Dat geld kan gestoken worden in tijdelijke onderwijsverbeterprojecten en daarna is het geld op.
Die vijf miljoen haalt de minister uit de algemene onderwijspot, oftewel uit de financiering voor structureel goed onderwijs. In de woorden van De Speld: ‘Waarom veel mensen helpen met een beetje geld, als je ook één iemand kan helpen met heel veel geld?’ Geld besteden om, redelijk willekeurig, bepaalde docenten de superheldenstatus te geven, dat is geld vernietigen.
Ik wou deze column derhalve eindigen met een sneer richting de minister. Maar tijdens het schrijven las ik een interview in NRC waarin ze aangaf dat het hoger onderwijs er een miljard bij zou moeten krijgen. De WOinActie-actie lijkt dus te werken.
Klein detail is wel dat ze geen een miljard heeft, maar one step at a time. Mocht Van Engelshoven ook daadwerkelijk een miljard vrij kunnen maken, dan mag ze wat mij betreft de Beste Onderwijsminister van dit Kabinet Award winnen.