Boekenmensen
Het zal u vast niet zijn ontgaan dat boeken het tegenwoordig moeilijk hebben. Uitgevers, boekhandelaren, ja iedereen die moet leven van de pen, klaagt steen en been over de ontlezing, al is dat niet de echte reden van de teloorgang van het boek. Er wordt heus wel gelezen, maar in het leesaanbod nemen boeken een steeds minder prominente plek in.
Jammer, want ik houd van boeken. Laten we zeggen, wat Marianne Thieme heeft met dieren, dat heb ik met boeken. Ik zou ze allemaal willen beschermen, want er mag er geen een verloren gaan. Ik zou plekken voor ze willen inrichten waar ze veilig kunnen verkeren, waar ze met zorg en aandacht kunnen worden bewaard en waar we op een liefdevolle manier met ze in contact kunnen komen. Kortom, de bibliotheek. Dat dacht ik ten minste.
Want nu moet de Groningse boekenliefhebber, na het gedwongen en op niets uitgelopen huwelijk van Selexyz en De Slegte, en de teloorgang van Polare, binnenkort ook nog de verhuizing van de bibliotheek van GMW naar de UB meemaken. Dat is nodig voor ‘de herstructurering van de bibliotheek’, zo heet het, en om ‘de efficiëntie te vergroten’.
Herstructurering en efficiëntie. Dat is het jargon van de moderne bibliothecaris. Vroeger waren dat stoffige mannen en ongetrouwde dames die niet helemaal fris roken en die een minicondoom om hun wijsvinger hadden om daarmee het omslaan van de bladzijden te vergemakkelijken. Na een lang en werkzaam leven tussen en met de boeken kregen ze bij hun afscheid een slaapverwekkende speech en een fraai uitgegeven boekwerk cadeau en daar waren ze dan blij mee. Prima volk dus.
Herstructurering en efficiëntie, dat kwam er bij hen niet in. Geen nieuwerwetse fratsen voor debiliothecaris: boek van de stapel, stempel erin, nummer op de plakker, nummer binnenin, plakker op de rug, kaartje in de bak, tevreden zucht, als ik de volgende pak (met dank aan de Bende van Baflo Bill).
De tijd heeft echter niet stilgestaan. Tegenwoordig vindt een bibliothecaris dat de bibliotheek met haar tijd mee moet. Hij vindt het belangrijk dat de bibliotheek op twitter en facebook zit, spreekt van ‘een uitdaging’ als er een deel van de collectie moet worden afgestoten en hanteert ‘deselectiecriteria’ (menig ontevreden echtgenoot is naarstig op zoek naar deselectiecriteria om op een nette manier van zijn ega af te komen. Ik niet hoor, schat).
‘Het besluit is in de commissie besproken’, aldus de voorzitter van de bibliotheekcommissie van GMW in de UK (15 april), en, voegt hij er aan toe: ‘dat zijn boekenmensen en die vinden het wel jammer’.
Wel jammer? Ik weet het niet. Ja, ik vind het jammer en nog wel een enkeling, maar ook in de bibliotheekcommissie werd de behoefte om tijdens werkuren ongericht tussen de boekenkasten te struinen in de stille hoop dat er op zeker moment een prachtige vondst werd gedaan, wel een beetje achterhaald romantisch gevonden. Het was immers veel handiger om artikelen te downloaden? En toen het studentlid van de commissie werd gevraagd wat zij van het verlies vond, bekende ze, beschaamd leek het wel, dat ze inderdaad in het verleden één keer een boek had geleend, maar je zag aan alles dat ze het nooit weer zou doen.
Boekenmensen, het lijkt een schaarse diersoort (Marianne Thieme, help!).
Op de plek van de bibliotheek komen nu studentafwerkplekken, of hoe noemen ze dat, en een kleine collectie ‘verplichte studieliteratuur’ (bleh!) – zegge en schrijven achttien meter boeken – zo staat er in de brief waarmee de verhuizing wordt onderbouwd.
Achttien meter. Er zullen mensen zijn die dat veel vinden, maar om me een beeld te vormen, ben ik de meters op mijn eigen werkkamer eens gaan tellen. Ik kwam op vijfenzeventig meter. Het zou dus maar zo kunnen dat ik straks de grootste ‘bibliotheek’ heb van GMW.
Mocht u mijn boeken eens willen bewonderen, dan graag even een afspraak maken. Alleen boekenmensen, die mogen altijd langskomen.