Blind? Ook daar is een geweer voor
Midden in een woonwijk in Groningen-Zuid staan we voor een witte deur met een camera en een bel. Het is de ingang van schietvereniging Groningen, die zich in de kelder onder een winkelcentrum bevindt. In de lange gang achter de deur brandt tl-verlichting. Het ruikt er naar sporthal. Aan het einde van de gang staat een caféruimte vol met goedgevulde prijzenkasten.
Albert Koster, zowel baliemedewerker van de ACLO als lid van de schietclub, begeleidt de cursus. ‘Studenten worden in vijf weken tijd klaargestoomd om te schieten op een vuurbaan, krijgen tips om hun ademhaling onder controle te krijgen en proberen verschillende geweren en pistolen uit.’
De goede kant op
In principe allemaal luchtdrukwapens, maar als de begeleiders vertrouwen hebben in de schutters mogen die tijdens de laatste cursus met een .22 kaliber vuurwapen schieten. Zijn die luchtbuksen dan ongevaarlijk? ‘De 20 bar waarmee de kogeltjes uit het geweer knallen, zijn genoeg om iemands ogen eruit te schieten’, stelt Koster. Voordat hij mij een geweer overhandigt, vraagt hij eerst nog even wat het allerbelangrijkste is tijdens het schieten. ‘Veiligheid voor alles’, knik ik braaf. Dat betekent vooral dat je de loop de goede kant op moet houden.
En dan blijkt het nog behoorlijk lastig om die zwarte piepkleine schietschijf in de verte te raken. Knieën gestrekt, heupen draaien, geweer op de schouder, door de loop kijken, vinger aan de trekker. Schiet. Mis. Tijdens het liggend schieten krijg ik zere ellebogen en door het pistool trilt mijn hand zo erg dat ik het plafond raak. Ontzag krijg ik voor politieagenten, deelnemers van de biatlon en blinden. Want zelfs visueel gehandicapten kunnen bij de Groningse schietclub terecht.
Pieptoon
Speciaal voor hen is er een technologie (kosten: 400 euro) waarbij de vizier van het geweer wordt vervangen door een speciale kijker. Door een koptelefoon hoor je een pieptoon, die hoger wordt als de loop op de schietschijf staat gericht. Het is een officiële Europese discipline en ACLO-cursisten mogen het tijdens de cursus proberen.
Ik zet de koptelefoon op, doe mijn ogen dicht en beweeg het geweer heen en weer. Inderdaad, de pieptoon wordt hoger en lager, maar geen van de keren dat ik de trekker overhaal raak ik het papier. Mislukt? Welnee. Zelfs Koster, met ruim zeventien jaar schietervaring, geef toe dat hij nog nóóit de volle vijftig punten heeft gehaald. ‘Dat is ook zo leuk aan de schietsport, je kunt jezelf altijd verbeteren.’
De schietcursus van de ACLO begint pas weer in het volgende studiejaar. Wees er vroeg bij, want er is altijd veel interesse in de cursus.