‘Baretten af, vrouwen houden die op’ is een schoolvoorbeeld van seksisme

Het nieuwe promotiereglement van de RUG is bedoeld om ‘inclusiever’ te zijn. Maar dat is het niet, omdat het een volkomen nutteloos onderscheid maakt, betoogt emeritus hoogleraar en genderexpert Mineke Bosch: Vrouwen die de baret op moeten houden en mannen die hem af moeten zetten.

‘Baretten af, vrouwen houden baretten op.’ Deze merkwaardige zinsnede uit het vernieuwde protocol voor de promotieplechtigheid, waarover binnenkort in de universiteitsraad wordt beslist, drukt uit dat voortaan de vrouwelijke hoogleraren, wanneer zij gezeten zijn, hun baret op moeten houden.

Het ‘Baretten af, vrouwen houden baretten op’, markeert het moment dat het college voor promoties, dat als eerste de aula betreedt, is gaan zitten op protocollair voorgeschreven plaatsen. Impliciet is daarmee gezegd dat de mannen hun baret moeten afzetten.

Het is een schoolvoorbeeld van seksisme in tekst en praktijk. Er wordt een volkomen nutteloos onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen, en dat gebeurt tekstueel ook nog eens op de gebruikelijke wijze. De mannen worden niet eens genoemd (‘Baretten af’). Zij zijn dus de onzichtbare (sekseloze) standaard in deze tekst, en de vrouwen worden door deze regel tot sekse, of beter, tot tweede sekse gemaakt.

De uitdrukking is van Simone de Beauvoir in haar wereldberoemde werk Le deuxième sexe (1948/49) over de wijze waarop in onze cultuur misplaatst sekseonderscheid wordt gemaakt: ‘On ne naît pas femme, on le devient’ ( ‘Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt vrouw gemaakt’).

Ik voeg daar in mijn uitleg altijd een opsomming van teksten en praktijken aan toe waaraan je zou kunnen denken bij dat maken van ongewenst onderscheid: wetgeving, romans, advertenties, beleidsstukken (van de universiteit), jaarverslagen, historische werken, economische theorieën.

Mannen worden niet genoemd, zij zijn de onzichtbare (sekseloze) standaard

Maar ook seksuele intimidatie, namenlijsten waarin alleen aan vrouwen Mw of Mevr. wordt toegevoegd, vrouwen bij hun voornamen noemen, mannen met voornaam en (of alleen met) achternaam, afbeeldingen van naamloze vrouwen in teksten tegenover mannen met naam en functie.

De lijst is eindeloos, onze cultuur is doordesemd van verwijzingen naar gender. Vrouwen worden doorlopend ‘tot vrouwen gemaakt’, op hun ‘vrouw-zijn’ gedrukt, op hun (tweede) plaats gezet.

Ook heel merkwaardig is de wijze waarop vervolgens in het protocol wordt omgegaan met de rector magnificus die op dit moment aan de RUG voor het eerst in een vrouwelijk lichaam huist. De rector magnificus zit het college voor promoties voor dat tijdens de plechtigheid wordt vertegenwoordigd door de promotores, de promotiecommissie en opponenten.

Vaak wordt de rector magnificus vervangen door de decaan van de faculteit waaraan de promotie plaatsvindt, tegenwoordig ook steeds vaker (maar nog niet vaak genoeg) een vrouw. Nadat ook de promovenda en haar paranimfen zijn binnengeleid door de pedel, eveneens op voorgeschreven wijze, en een lichte buiging naar links en naar rechts hebben gemaakt, lezen we in artikel 12:

‘Daarna staat de rector magnificus op (met baret op) en zegt: “Mijnheer/mevrouw de promovendus, het College voor Promoties dezer universiteit, door ons vertegenwoordigd, heeft kennisgenomen van uw proefschrift en de bijgevoegde stellingen en is bereid u deze te horen verdedigen. Ik verzoek u plaats te nemen”. De rector magnificus gaat zitten en neemt de baret af, vrouwen houden hun baret op.’

Vrouwen worden doorlopend ‘tot vrouwen gemaakt’, op hun ‘vrouw-zijn’ gedrukt

Zo niet al eerder, is dan toch bij deze formulering geen lichtje opgegaan bij onze rector die het voorwoord schreef bij het nieuwe reglement? Heeft zij niet goed opgelet, of was zij blij als rector eindelijk ‘boven de seksen’ te mogen staan?

Hoe dan ook is de toevoeging ‘vrouwen houden de baret op’ hier ridicuul, want de vrouwelijke hoogleraren zijn helemaal niet gaan staan in de tussentijd en het vestigt extra de nadruk op de zogenaamde sekseloosheid (maar in feite symbolische mannelijkheid) van de functie van rector magnificus.

Je vraagt je af onder welke steen de reglementeerders hebben gezeten. Deze verandering wordt namelijk hier en nu ingevoerd in een promotiereglement dat volgens het voorwoord bedoelde ‘inclusiever’ te zijn.

Toegegeven, de omschrijving daarvan voorspelde al niet veel goeds: ‘Om het reglement inclusiever te maken zijn alle hij/zij-verwijzingen verwijderd.’ Het roept bij mij direct vragen op over wie nu precies zich beter door de tekst aangesproken mogen voelen: alleen (cisgender) vrouwen, of ook transgender mannen, non-binaire personen etc.? En over of de wijze waarop dat is gebeurd de inclusie werkelijk bevordert.

Ik vind het als oud-gymnasiast (en gendersensitieve vrouw) nog steeds lastig om termen als promovendus als sekseneutraal te zien en wat mij betreft heft de herhaling van het hele woord de mannelijke bias van de tekst niet op.

Heeft onze rector niet goed opgelet, of was zij blij eindelijk ‘boven de seksen’ te mogen staan?

Dan doet de Leidse hoogleraar het in de aanbevelingsbrief voor een Rubicon-kandidaat beter, of althans meer in overeenstemming met groeiende conventies over gender-neutrale stijlvormen:

‘Now, in producing the thesis Dr. XXX has shown themselves to be a highly autonomous, critical and creative scholar who works extremely hard to achieve targets very much their own. Compared to their peers, I can only but say that both their conceptual and writing skills are absolutely outstanding. During the last two academic years Dr. XXX also demonstrated to be an enthusiastic university teacher whose classes […] were very much appreciated by their students. In that capacity they also showed that they could deal quite effectively with an at times very demanding workload for junior teachers.’

Deze manier van formuleren verraste mij, maar het wende ook direct. Van de directeur van de Graduate School aan de Faculteit der Letteren vernam ik dat in de Britse context formuleringen als hierboven steeds vaker voorkomen. Van de Irish Research Council wist zij te melden dat toekomstige onderzoekers en beoordelaars zichzelf in meerdere categorieën kunnen identificeren dan alleen ‘hij’ of ‘zij’: ‘Woman’, ‘man’, ‘gender non-binary’, ‘other’ and ‘prefer not to say’.

Het is te hopen dat bij een volgende maatregel die bedoelt genderinclusiviteit te bevorderen, de problematiek serieuzer wordt genomen en ten minste genderexperts worden geraadpleegd. Die zijn er namelijk, ook op de RUG, en die weten heel goed dat genderinclusiviteit betekent dat je soms wel maar vaak ook geen onderscheid tussen mannen en vrouwen moet maken.

Maar eerst de barettenkwestie van tafel.

Mineke Bosch is emeritus hoogleraar moderne geschiedenis aan de RUG

Lees ook:

Engels

6 REACTIES

Abonneer
Laat het weten als er

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

guest

6 Reacties
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties