Ambassade voor de ‘homo gelukkus’
Het verleden, het heden en de toekomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. ‘Alle lijnen uit het verleden, dus ook de ellende, hebben geleid tot waar we nu zijn’, vertelt Bos. In De Graanrepubliek dus.
‘Bijna alles wat je hier ziet, is gedaan door bekenden’
De naam van het café ontleende hij aan het gelijknamige boek van Frank Westerman. Hierin beschrijft Westerman de twintigste eeuw in de agrarische geschiedenis van Oldambt. Door het communistische gedachtegoed dat er (nog steeds) hoogtij viert, werd deze regio ook wel ‘de rode driehoek’ genoemd.
Joodse vrijmetselaar
Het komt allemaal terug in het café. Het boek van Westerman staat in de lange boekenkast tussen onder andere Marx en Piketty. De boeken zijn onderdeel van het in het café gevestigde antiquariaat De Rode Driehoek, in handen van Bos’ vriendin Jantien. Die driehoek is ook te zien in het logo van het café. Op zijn kop, dat wel. ‘Dit is namelijk een voormalig pakhuis van een Joodse vrijmetselaar’, verklaart Bos.
Hij restaureerde het pand aan het Gedempte Kattendiep 11 met zijn eigen handen, nadat hij het in 2011 in slechte staat onder zijn hoede kreeg. Eerder zat er videotheek Sleaze, ‘waar je de video’s kon huren die je niet op Internet kon vinden’, maar na het faillissement daarvan in 2009 werd het pand gekraakt. Bos nam het via een huurkoopconstructie van de eigenaar over en na twee jaar verbouwingen had hij de bovenste drie verdiepingen omgetoverd tot studentenhuisjes. ‘Als oud-portefeuillehouder studentenhuisvesting van de GSb kon het eigenlijk niet anders, hè?’
De verbouwing van de onderste twee verdiepingen tot een café kostte nog twee jaar. Wederom stak Bos zelf de handen uit de mouwen, wederom met hulp van zijn omgeving. ‘Ik ben best handig, maar ik kan natuurlijk niet alles zelf. Maar de een is goed met elektriciteit, de ander kan programmeren. De kunst aan de muur is weer van een studente kunsten, cultuur en media (KCM). Bijna alles wat je hier ziet is gedaan door bekenden.’
Kapitalistische mankementen
En dat is precies zoals het zou moeten zijn in de ideale wereld van de kersverse kroegbaas. Mensen die samen dingen doen waar ze achter staan en ook zicht op hebben. Als voorbeeld noemt hij Buurtzorg, dat opgezet werd door Jos de Blok en inmiddels een van de grootste thuiszorginstellingen van Nederland is. ‘Hij zag dat die hele managementlaag niet werkte, dus wat doe je dan? Je geeft die managers de keuze: omscholen of eruit. De verzorgers weten zelf beter hoe zij hun werk moeten doen, dus dan geef je die in de week een paar uur extra om te overleggen en het werk te verdelen. Dat werkt veel beter, en dat merk je nu ook.’
Het tekent de mankementen van het kapitalistische systeem waarin we leven, aldus Bos. Dat dwingt bedrijven naar een monopolie te streven. ‘Gevolg is dat die bedrijven zo groot zijn dat er vanzelf een top-down-structuur ontstaat, waarin mensen bovenaan de keten kunnen niet meer overzien waarover ze beslissen en mensen onderin eigenlijk geen keuze hebben. Voor hen immers tien anderen. Dat zorgt voor distantie en vervreemding, en dus onderbenutting van menselijk kapitaal. Dat is niet alleen slecht voor het welzijn van mensen, maar ook voor de economie.’
‘Het ontvervreemden van elkaar, dat is de bedoeling’
Niet dat er in het bedrijfsleven alleen maar slechte mensen werken, Bos gelooft in de goedheid van de mens, maar zo zit de samenleving waarin we zijn opgegroeid nou eenmaal in elkaar. ‘Dus die moeten we zo inrichten dat ze aansluit bij de manier waarop mensen wél in elkaar steken, volgens de wetenschap. Meer terug naar onze natuurlijke habitat, in kleine groepen. We moeten niet de homo economicus zoeken, maar de homo gelukkus, zeg maar.’
Tweespalt
Dat vergt dat we een nieuwe manier van leven moeten aanleren. Een die heftiger is, dwingender. Dat legt druk op relaties, ‘maar zo leer je elkaar wel op een veel diepere en rijkere manier kennen’. Soms gaat dat ook mis, zoals bij de GSb, waar hij in 2010 na een tweespalt binnen de bond geroyeerd werd. Jammer, vindt Bos. ‘Vooral omdat het uiteindelijk om iets kleins ging. Daar ben ik wel vrienden verloren. Maar ik heb nu vrede met de gang van zaken, ik koester geen wrok en ben bereid om met iedereen een vredespijp te roken als ze hier ineens binnen zouden lopen.’
‘Gelukkig had ik daar ook wel bijna alles bereikt wat ik had willen bereiken, op geneeskunde na dan.’ Bij geneeskunde had hij het regelmatig aan de stok met de examencommissie, als hij weer eens voor een studiegenoot opkwam. ‘En er gaat daar nog steeds een hoop fout. Ik heb sinds ik in december de bar opende al tien geneeskundestudenten langs gehad met klachten. Samen met een masterstudente journalistiek ben ik dus nu onderzoek aan het doen naar de misstanden daar, een zwartboek aan het samenstellen.’
‘Ontvervreemden’
Maar naast het onderzoek en zijn gezin is hij dus vooral bezig met het café. Daarbij heeft hij hulp van econometriestudent Max, Marrit – een pre-masterstudente KCM, die van de kunst aan de muur – en Lester, die net begon als docent aardrijkskunde. De Graanrepubliek moet een plek worden waar mensen uit verschillende richtingen samenkomen. Een clubhuis voor de academische gemeenschap en een proeftuin van de alternatieve economie. ‘De couchsurf-gemeenschap komt hier elke maand en ook Flanor zit hier. Er is een conservatoriumdocent die hier regelmatig met een wisselend jazzensemble speelt. En ik ben met een aantal andere verenigingen in overleg.’
‘Het ontvervreemden van elkaar, dat is de bedoeling, mensen samenbrengen aan één tafel en ze met elkaar in gesprek laten gaan.’ Om dat voor elkaar te krijgen staan er dus niet allemaal kleine tafels in de benedenzaal, maar inderdaad: één lange tafel. En met succes, zegt Bos. ‘Het leidt er altijd toe dat verschillende groepen toch met elkaar in gesprek raken.’
‘En het loopt steeds beter, ik denk dat ik de enige kroeg in Groningen ben die in februari meer omzet draaide dan in december, al hoop ik wel dat dat volgend jaar anders is’, lacht hij. ‘De bar moet een zelfredzaam geheel worden, ik wil hier wel mee verder.’
En in de toekomst?
‘Meer bedrijven beginnen, en uiteindelijk op basis van Marx en Piketty de antithese van het kapitalisme opzetten.’