Commissies en bestuurswerk zijn straks alleen weggelegd voor wie geld heeft heeft. En dat is niet alleen jammer voor de individuele student, het zorgt ook voor een verschraling van de bruisende Groningse studentengemeenschap, betoogt studentenpartij SOG.
De grootste ontwikkeling die je doormaakt in je studententijd gebeurt buiten de collegebanken. Jaarlijks studeren honderden studenten af met hetzelfde diploma, maar ze gaan niet met hetzelfde cv op pad. Die unieke ervaringen maken uiteindelijk het verschil. Terwijl de één opgaat in topsport, organiseert de ander een evenement of zet zich vrijwillig in voor een commissie.
Het aanbod in Groningen liegt er niet om: jaarlijks zijn er tienduizenden studenten die meewerken aan het actieve studentenleven. De vraag is al jarenlang niet wat studenten ondernemen naast hun studie, maar hoe ze dit doen. Toch lijkt die keuze steeds meer onder druk te staan.
De meeste studenten zullen het herkennen: wat begint als een onschuldige commissie, groeit uit tot een ambitieus bestuursjaar, en misschien daarna zelfs tot een rol als werkstudent. Activiteiten voor de gezelligheid lopen uit op serieuze investeringen in jezelf.
In Groningen heerst een cultuur waarin je leert een gezonde balans te vinden tussen studeren en het studentenleven. Maar die balans staat de laatste jaren onder druk, en steeds vaker speelt geld daarin een bepalende rol. Het roept de vraag op: wat kost het je echt om student te zijn?
de balans staat onder druk, en steeds vaker speelt geld daarin een bepalende rol
Waar de kosten voor een actief studentenleven voorheen vooral een kwestie van ambitie, tijd en energie waren, is dit steeds vaker een puur financiële kwestie. Hogere huren, gestegen boodschappenprijzen en hogere energierekeningen maken dat studenten vaker (meer) moeten werken om rond te komen, om nog maar te zwijgen over de de fratsen die dit kabinet verder kan uithalen om het onderwijs in Nederland nog verder te ondermijnen.
Daarmee slinkt de tijd voor vrijwilligerswerk, commissiewerk of bestuursfuncties binnen de studentengemeenschap die bijdragen aan de levendigheid van de stad. Dit is terug te zien in het grote aanbod studentinitiatieven, zoals het jaarlijkse Vismarktdiner georganiseerd door N.S.G., de inzet van Enactus in goede doelen als de Feestjesfabriek en United Kitchen en Soccerhouse georganiseerd door R.K.S.V Albertus Magnus.
De drempel om ‘gewoon mee te doen’ wordt hoger, niet omdat studenten minder willen, maar omdat ze zich het simpelweg niet kunnen veroorloven. Zo ontstaan twee snelheden in het studentenleven: de studenten die de ruimte hebben om te investeren in hun ontwikkeling en netwerk, en de studenten die niet verder komen dan de noodzakelijke bijbaan en hun studie. Dat is niet alleen schrijnend op individueel niveau, het verarmt ook de bruisende Groningse studentengemeenschap.
Verenigingen, sportclubs, culturele instellingen en zelfs innovatieve projecten lopen potentieel belangrijke bijdragen mis, simpelweg omdat een steeds grotere groep studenten zich deze activiteiten niet kan permitteren. En dit zien we ook terug op sociale media, waar bestuur na bestuur de sollicitatieperiode moet verlengen omdat ze de nodige talenten niet kunnen vinden om hen op te volgen.
Alsof die druk nog niet groot genoeg is, wil het kabinet ook een einde maken aan de constructie waarin universiteiten studenten goedkoop sport en cultuur kunnen aanbieden door zelf mee te betalen. Faciliteiten zoals het ACLO Sportcentrum, die al vijftig jaar betaalbare studentensport in Groningen mogelijk maken, dreigen hun bestaansrecht te verliezen.
Het idee hierachter: de verantwoordelijkheid voor deze voorzieningen zou bij studenten zelf en private partijen moeten liggen, niet bij de gemeente of het rijk.
Als we studentenvoorzieningen volledig overlaten aan de markt, is de toegang niet langer vanzelfsprekend
Het probleem is echter dat als we studentenvoorzieningen volledig overlaten aan de markt, de toegang niet langer vanzelfsprekend is. Privatisering betekent dat voorzieningen commerciële tarieven vragen, waardoor sport, cultuur en ontwikkeling veranderen van publieke kernwaarde naar luxeproduct. De studenten die hun budget al moeten uitrekken om hun huur te betalen, zullen als eersten afhaken. Ook de keuze tussen publiek en privaat is niet neutraal; het bepaalt wie er straks op het veld staat, op het podium verschijnt of in het bestuur zit.
Investeren in studenten is niet alleen investeren in hun individuele toekomst, maar ook in de toekomst van Groningen. Het studentenleven levert bestuurders, organisatoren, vrijwilligers en creatieve geesten op die later ook maatschappelijk en economisch waarde toevoegen aan de samenleving.
De RUG moet zichzelf daarom de vraag stellen: hoe houden we het studentenleven toegankelijk voor álle studenten, ongeacht hun financiële situatie? Die verantwoordelijkheid ligt niet alleen lokaal. Ook landelijke beslissingen over de verdeling tussen publieke en private middelen bepalen welke kansen studenten straks nog hebben.
Dus wat kost het jou om student te zijn? Die vraag gaat niet alleen over geld, maar over keuzes, ruimte en kansen. Het wordt tijd dat we dat gesprek serieuzer gaan voeren — niet alleen in de collegezaal, maar ook in de politiek en in de stad. Want als we willen dat Groningen een plek blijft waar talent zich kan ontplooien, mogen we de waarde van een rijk en toegankelijk studentenleven niet uit het oog verliezen.
Studenten Organisatie Groningen (SOG) is een van de studentenpartijen in de universiteitsraad. De fractie bestaat uit Margreet Hoek, Friso Smedes, Alvin Hallberg en Magdalena Rubinová.