Chillplek of rustoord?
De strijd om het Noorderplantsoen
‘Echt? Dat hoor ik voor het eerst.’
Het is een uur of vijf uur op een zomerse middag in het Noorderplantsoen en Albert González García, die aan het Prins Claus Conservatorium studeert, neemt nog een slokje bier. Hij en zijn vrienden zijn bij het basketbalveldje neergestreken met picknickkleedjes, snacks, bier en wijn. Even lekker chillen en genieten van de zon, net als honderden andere studenten.
Albert heeft geen idee dat hun aanwezigheid een enorme frustratie is voor de omwonenden van het park. Die zijn de rokende barbecues, het gezuip en de harde muziek tot laat op de avond helemaal zat. Zij zijn de reden dat je niet meer mag drinken rond de vijver, dat muziek en alcohol na tien uur ’s avonds helemaal verboden zijn en dat je alleen nog maar op speciale tegels mag barbecueën.
‘Natuurlijk zijn de buren belangrijk’, zegt Albert. ‘Maar het is lastig, weet je. Studenten gaan vaak pas na tien uur uit.’
Hij is niet de enige die er zo in staat. ‘Het plantsoen is essentieel voor studenten’, zegt student religiewetenschappen Noortje, die een avondwandeling maakt in het park. ‘Ik heb zelf een kleine achtertuin zonder schaduw. Dat is echt verschrikkelijk, want het is nu knijterheet. Dan zit ik veel liever hier. Het is een makkelijke ontmoetingsplek, laagdrempelig. En het is gewoon van iedereen.’
‘Voor de meesten van ons is dit de standaard afspreekplek, omdat er niet echt andere groene gebieden zijn in het centrum’, zegt rechtenstudent Julia Gołębiewska.
Toenemende druk
Studenten en het Noorderplantsoen zijn zo met elkaar verbonden dat ‘Het gras van het Noorderplantsoen’ hun onofficiële lijflied is geworden. Maar naarmate het aantal studenten in Groningen is toegenomen, is ook de druk op het park groter geworden. Omwonenden klagen over geluidsoverlast en stank, maar andere critici wijzen er ook op dat de planten lijden onder de toeloop. Want het gaat niet alleen om studenten, maar ook om alle festivals en activiteiten: denk aan Noorderzon, foodtruckfestivals, de Plantsoenloop.
Bij de grote speelweide staat het soms blauw van de rook
‘Op warme dagen is het daar echt complete chaos’, zegt Gerard van de Poll over het park dat hij nog altijd liefkozend ‘mijn voortuin’ noemt. Hij is de voorzitter van buurtvereniging Noorderplantsoenbuurt en woont al veertig jaar in de Grachtstraat.
‘Al die prullenbakken zitten vol en overal ligt rotzooi’, vertelt hij. ‘Bij de grote speelweide staat het door barbecues bij tijd en wijle helemaal blauw van de rook. En dat gaat door tot ‘s avonds laat. Bootcampers zetten dan op zondagmorgen om half negen een geluidsinstallatie aan. De mensen daar worden uit hun tuin geblazen.’
‘Het lijkt het kampeerveld naast de TT wel’, zegt Leon Dirrix, een andere omwonende die er al ruim tien woont. ‘Als ik student was, zou ik er ook naartoe gaan. Dat is logisch. Maar als er vier-, vijf-, zesduizend mensen zitten? Daar is het park niet op ingericht.’
Flora
Dirrix is lid van de Parkcommissie Noorderplantsoen, die namens de omwonenden de gemeente adviseert. ‘Wij houden ons vooral bezig met de natuur en de ecologische toestand van het plantsoen. En die staat al lange tijd behoorlijk onder druk.’
De meeste studenten weten niet dat het park aangelegd is op de overblijfselen van de 17e-eeuwse stadswallen – daarom heb je er die heuveltjes. Ook groeien er stinzenplanten – een groep voorjaarsbloeiers die vanaf de 16e eeuw geïmporteerd werd en hier verwilderd is – en meer dan vijftig soorten bomen. Omwonenden vrezen dat de flora in het park lijdt onder het hoge aantal bezoekers, en dat de grasvelden vertrappeld worden. ‘Het is een rijksmonument en daar moet je zorgvuldig mee omgaan’, zegt Dirrix.
En dus kloppen de Stadjers al een paar jaar met klachten bij de gemeente aan. Ze willen dat er een barbecueverbod komt in het Noorderplantsoen vanwege het verbrande gras, het achtergelaten afval en de rook. ‘Als je weet wat er allemaal vrijkomt in barbecuelucht, dan kun je net zo goed een pak sigaretten opsteken’, zegt Dirrix. ‘Voor ons is een barbecueverbod absoluut noodzakelijk.’
Groene stad
Leendert van der Laan, voorzitter van de Partij voor het Noorden en gemeenteraadslid, is het met hem eens. ‘Er moeten heldere regels zijn om de leefbaarheid en de toegankelijkheid van het Noorderplantsoen te behouden’, zegt hij.
Er moeten heldere regels zijn om de leefbaarheid van het plantsoen te behouden
Vlak voor de zomer diende hij een voorstel in voor een totaalverbod op barbecuen en op speakers. ‘Die dingen passen niet echt bij de groene stad die de meeste partijen voor ogen hebben, in het kader van duurzaamheid en schone lucht’, stelt Van der Laan.
Nu mag je nog tot 10 uur ‘s avonds muziek aan hebben en barbecueën op de speciaal daarvoor bestemde tegels. Maar dat is niet voldoende, vindt Van der Laan. ‘Er wordt ook op heel veel plekken gebarbecued waar het absoluut niet mag, maar ook daar wordt slecht op gehandhaafd.’
Met een verbod zorg je voor duidelijkheid, denkt hij. ‘Als iedereen gewoon weet: je mag hier niet barbecueën, dan is dat op een gegeven moment de norm.’ Hij wijst op het Vondelpark in Amsterdam, waar barbecueën sinds 2017 verboden is.
Voor iedereen
Maar een meerderheid in de raad stemde tegen het voorstel. Wethouder Mirjam Wijnja denkt dat de huidige beperkingen een stap in de goede richting zijn, maar vindt ook dat het Noorderplantsoen er voor iedereen is. ‘Ook inwoners van onze gemeente die geen tuin of balkon hebben, moeten een plek hebben om te kunnen barbecueën’, zegt ze.
Daarbij komt dat de gemeente niet de middelen heeft om een totaalverbod te handhaven. ‘Je kan er ook niet altijd zijn. Maar er is op allerlei manieren aandacht voor bewustwording, ook in gesprekken met studentenverenigingen’, zegt woordvoerder Natascha van ’t Hooft.
‘Bewoners voelen zich niet gehoord’, reageert Leon Dirrix. De Parkcommissie is zwaar teleurgesteld in het besluit van de raad. ‘Het zou een belangrijk teken zijn geweest voor de omwonenden. En het zou misschien ook de mindset kunnen veranderen: dat je rekening houdt met de mensen om je heen.’
Van de Poll is het roerend met hem eens. ‘Alsof, wanneer het plantsoen van iedereen is, ook alles maar moet kunnen’, zegt hij.
En dus zijn de omwonenden nog steeds gefrustreerd: ze voelen zich niet gehoord en ze verwijten de gemeente gebrek aan ruggengraat. ‘Dat ze op geen enkele manier rekening met ons willen houden, en de overlast niet willen begrijpen en omzetten in beleid, dat snap ik helemaal niet.’
Elkaar respecteren
Ondertussen hebben de meeste studenten geen idee dat er een strijd wordt uitgevochten om ‘hun’ achtertuin. ‘Nee, ik hoor er niet zoveel over’, zegt rechtenstudent Isadora Heerema. ‘Maar ik kan me voorstellen dat zulke klachten er zijn, en dat er veel mensen zijn die troep achterlaten. Het zou fijn zijn als men het park goed behandelt en het opgeruimd houdt. In een openbare plek moet dat gewoon.’
Je weet waar je aan begint; ga dan ergens anders wonen
‘Ik vind dat iedereen vrij moet zijn om te doen wat ze willen, maar dat je ook respectvol moet zijn. Daar gaat het hier denk ik meer om, dat je moet zorgen dat mensen elkaar respecteren’, zegt biologiestudent Benja Blaschke, die ook in de buurt van het park woont. ‘Studenten zijn inderdaad wel vrij dominant aanwezig in Groningen. Ze zijn heel luid en nemen veel ruimte in.’
Maar anderen zijn kritischer over de omwonenden en hun klachten. ‘Mensen moeten zich gewoon gedragen daar, maar je gaat hier wel naast wonen’, zegt Noortje. ‘Je weet wat voor functie het plantsoen heeft. En wordt de sfeer er gezelliger op als je allemaal regels en verboden gaat invoeren? Het is een open ruimte. Je weet waar je aan begint. Ga dan ergens anders wonen.’
Spreiding
Wat is dan de oplossing? Want studenten moeten wel ergens heen kunnen, daar is iedereen het over eens. ‘We zijn meer plekken aan het creëren waar je naar toe kan’, zegt Van ’t Hooft. De gemeente denkt dan aan bestaande locaties zoals het Stadspark, maar ook aan nieuwe plekken zoals het voormalige Dudok-tankstation bij De Toeter, en het Zuiderplantsoen dat in het verlengde van het Sterrebos komt.
Spreiding van de massa zou de druk inderdaad wat van het park halen, denken ook de omwonenden. ‘In de Oosterparkwijk heb je ook waanzinnig mooie parken, maar daar zit geen kip’, zegt Van de Poll. ‘Wij willen dat het Noorderplantsoen wat minder in de schijnwerpers staat. Anders blijft de overlast.’
Maar willen de studenten wel naar een andere plek? ‘Iedereen gaat naar het Noorderplantsoen. Het is erg makkelijk te bereiken, dus het is vanzelfsprekend voor ons studenten’, zegt Isadora.
Albert beaamt dat. ‘Als je niet weet waar je af moet spreken met je vrienden, dan stel je gewoon het Noorderplantsoen voor en dan vindt iedereen dat prima. Het is een bijzondere plek, dus daar ga ik meestal heen.’