Met een pick-up naar Hector
‘Misschien wel het laatste afscheid’
26 juli 2024
Vertrek richting Oekraïne
Het is half vijf op een vrijdagochtend in Groningen. De nacht begint al voorzichtig te wijken en het vroege ochtendlicht schijnt op een metallicgrijze RAM 1500-pick-up die geparkeerd staat op het Van Brakelplein.
De auto is tot de nok gevuld met rugtassen, generators en opbergboxen. Nick Schoonbeek, RUG-alumnus internationale betrekkingen, gooit zijn weekendtas op de achterbank en stapt in. Tijd om te vertrekken: hij heeft nog een reis van 2500 kilometer naar Kharkiv in Oekraïne voor de boeg.
Het plan is om de truck af te leveren bij Nicks vriend Hector, die ruim een jaar geleden stopte met zijn studie om zich aan te melden bij het Oekraïense leger. De eenheid van Hector – hij is thuis in Finland opgeleid tot hospik – heeft dringend behoefte aan allerlei spullen, maar vooral aan deze truck. ‘Dat is prioriteit nummer één. Het is niet alleen voor vervoer, maar ook echt voor veiligheid. Daar hebben ze het allermeeste aan’, vertelt Nick.
Die truck is prioriteit nummer één
Sinds Hectors vertrek hebben Nick en zijn vrienden hard gewerkt om fondsen voor hem in te zamelen. Ze stonden met een kraam op markten en zochten contact met lokale media om aandacht te genereren, wat ze ruim 15.000 euro opleverde. Dat geld ging allemaal naar die zo noodzakelijke pick-up. ‘Super tof dat we dit met z’n allen hebben kunnen doen.’
Ze wisten met hun inzet zelfs de interesse te wekken van omroep BNNVARA. Een kleine crew van presentator, producer en cameraman van het tv-programma Voorvechters, dat jonge activisten volgt, zal zich halverwege de reis bij Nick voegen. De uitzending volgt later dit jaar.
De auto wordt bestuurd door Jelmer, die vloeiend is in zowel Oekraiens als Russisch. Hij is inmiddels al zes keer op en neer gereden naar Oekraïne, dus voor hem is dit niets bijzonders meer. Voor Nick is dit de eerste keer en hij is zowel opgewonden als zenuwachtig. Niet zozeer omdat hij naar een land in oorlog gaat, maar omdat hij zijn beste vriend weer gaat zien. ‘Daar kijk ik gewoon het meeste naar uit.’
Eerste stop: Warschau, Polen. Een rit van 16 uur.
27 juli 2024
Onderweg naar Kyiv
Het is dag twee en de crew van BNNVARA is erbij gekomen. De sfeer in de auto is gemoedelijk, ondanks de urenlange vertraging aan de Pools-Oekraïense grens. ‘Ik kwam wel goed de tijd door. Ik zou het zo weer doen met ze!’ lacht Nick.
Ze rijden door het uitgestrekte Oekraïense landschap. Afgezien van Lada’s uit de Sovjetperiode en een enkele orthodoxe kerk met gouden daken, heeft Nick al urenlang niets anders gezien dan blauw en geel. ‘Alleen maar hetzelfde. Gele tarwevelden met blauwe lucht erboven.’
Dan gaat er een lichtje bij hem op: de twee kleuren van de Oekraïense vlag staan natuurlijk voor het landschap. ‘En dat klopt echt wel’, zegt hij. ‘Ik kan me voorstellen dat veel mensen het een beetje saai vinden, maar ik vind het gewoon bijzonder.’
Hij weet dat er een oorlog gaande is, maar daar merk je hier gek genoeg niet zoveel van. ‘Het leven gaat echt gewoon door als normaal’, zegt Nick. ‘Op het eerste gezicht is het net alsof je door Polen of Duitsland rijdt, qua stemming.’
28 juli 2024
Sporen van de oorlog
Eenmaal in Kyiv, 2000 kilometer verderop, is de situatie totaal anders. Hier klinkt regelmatig het luchtalarm, al lijken de mensen dat nauwelijks meer op te merken, zozeer zijn ze eraan gewend geraakt. Eén nacht is de stad met drie miljoen inwoners volkomen in het duister gehuld. ‘Een bombardement op de elektriciteitscentrales door de Russen.’
Het is vooral heel spannend om Hector weer te zien
De sporen van de oorlog worden zichtbaarder met elke kilometer die ze dichterbij Kharkiv komen, een paar uur rijden van waar Hector gestationeerd is. Overal staan legerauto’s en door de vele checkpoints gaat de reis langzaam. ‘Ze stoppen ons om te vragen wat we precies aan het doen zijn, waar we heen gaan, en ze checken ook onze papieren.’
Nick word met het uur nerveuzer. Niet omdat ze snel dichterbij oorlogsgebied komen – de Russische grens is tenslotte maar 40 kilometer verderop. Hectors verhalen hebben Nick voorbereid op wat hem te wachten staat. ‘Maar het is vooral heel spannend om Hector weer te zien.’
28 juli 2024
De reünie
Vandaag gaat Nick zijn vriend eindelijk terugzien, maar niet in Kharkiv. Het BNNVARA-team maakt zich zorgen om de veiligheid en dus verkassen ze naar een dorpje in de buurt, zo’n 12 kilometer van Kharkiv. Alle filmapparatuur staat nu klaar om de reünie te vast te leggen.
Het is half drie. Ze zijn hier nu anderhalf uur. En dan, eindelijk, komt er een auto om de hoek. Het portier aan de passagierskant vliegt open en daar is Hector. Hij sprint naar het eerste bekende gezicht dat hij in een jaar ziet en geeft een brul terwijl Nick hem omhelst en optilt. ‘Hoe gaat het met je’? vraagt Nick als Hector weer op de grond staat. ‘Ik ben uitgeput’, zegt die.
‘Het was een emotionele ontmoeting voor ons beiden. We lieten echt merken hoe we ons voelden’, zegt Nick achteraf. En dat is veelzeggend voor twee nogal stoïcijnse types.
Nu merkt hij dat het de real deal is
Hector wil liever niet over de oorlog praten, dat doet hij al genoeg. En dus gaat het over koetjes en kalfjes, over hun vrienden in Groningen en de nieuwe vrienden die Hector in Oekraïne gemaakt heeft.
Al gauw vinden ze hun oude ritme en geinen met elkaar alsof er niets veranderd is. ‘Dezelfde grappen, inside jokes en gespreksonderwerpen’, zegt Nick. ‘Maar je merkte wel dat het hem wat heeft gedaan. Hij was ook een beetje, ik zou niet zeggen van slag, maar wel intens.’
Ze zitten in een restaurant, weg van de camera’s. Als het gesprek dan onvermijdelijk toch op de oorlog komt, vertelt Hector over Oekraïense soldaten die krijgsgevangen zijn gemaakt door de Russen. ‘Eén was met stroomkabels geëlektrocuteerd. En nu kan hij niets meer bewegen, behalve zijn ogen en mond. Hector voelt de oorlog een stuk meer. Hiervoor was hij in training, toen merkte hij het nog niet helemaal. Nu voelt hij dat het de real deal is.’
July 28, 2024
Afscheid
Twee uur later is het alweer tijd om gedag te zeggen. Hector moet terug naar het front, dus grijpen ze elkaar nog één keer stevig vast. Nick heeft het er moeilijk mee. ‘Je moet afscheid nemen met het idee dat dit misschien de laatste keer is. Dat heb je wel in je achterhoofd.’
Tegelijkertijd voelt hij zich ook innig tevreden als hij ‘zijn’ truck weg ziet rijden richting de grens, waar de wagen Hector en zijn eenheid zal vervoeren. ‘Het was fijn dat we hem op deze manier hebben kunnen helpen. Maar het is best een gek idee dat iets wat we een week geleden hebben gekocht nu al gebruikt wordt om Oekraïense soldaten te helpen.’
Hoe gaat het nu met Hector?
De pick-up die Nick afleverde, heeft mogelijk al levens gered, zegt Hector. ‘Dat ding is echt een werkpaard, je kunt er alles mee vervoeren.’
Een andere eenheid nam de RAM onlangs mee naar een positie op drie kilometer van het front. Vanwege een Russisch offensief moesten ze evacueren. ‘Er zaten vijf soldaten in de truck en vijf erop. Links en rechts waren explosies en de RAM reed er gewoon doorheen! Als we een roestbak hadden gehad, dan hadden die jongens niet weg kunnen komen.’
Dronepiloot
Hector werkt nu als dronepiloot in Zuid-Loehansk. Zijn oude team is aan het front. ‘Ze zitten op een hele slechte plek. Er zijn veel Russische aanvallen en een paar jongens zijn gewond geraakt. Het is een zootje.’
Zelf verblijft hij nu in een safehouse, na een paar dagen aan het front gezeten te hebben, op zo’n twintig kilometer van de voorste linie. ‘Mentaal gezien is het makkelijk om daar te werken’, zegt hij. ‘Je hebt geen tijd om na te denken. Je doet wat het beste is, en op de momenten dat je niets kunt doen, slaap je, omdat je zo uitgeput bent.’
Maar hier, waar het relatief veilig is, is er tijd om na te denken. Wat hem zwaar valt, zegt Hector, is dat hij steeds minder goed kan praten met de mensen van thuis, ‘omdat ze het gewoon niet snappen.’
Niet genoeg tijd
Wel was het ‘geweldig’ om Nick weer te zien. ‘Zo’n gesprek heb ik in Oekraïne nog nooit gehad. Je zit zo lang in je eigen bubbel, en dat is er opeens iemand die je een vriend kunt noemen.’
Hij vindt het alleen jammer dat ze zo weinig tijd hadden samen, en dat er de hele tijd camera’s bij waren. ‘Ik moest dit doen en dat doen. Ik had veel liever gewoon een fucking gesprek willen kunnen hebben met mijn maat zonder dat ik gefilmd werd.’
Door de ontmoeting met Nick realiseert hij zich nog meer wat hij heeft achtergelaten. ‘Het is nu bijna een jaar geleden. In het begin was ik een soort toerist. Het was niet mijn leven, maar een soort tripje. Nu is het mijn leven. En ja, ik mis thuis, ik mis Nick. Ik mis de universiteit. Ik mis Groningen.’