mijn kind en ik
achter een paar ogen zitten twee personen
met dezelfde huid mijn kind
en ik
met dezelfde huid mijn kind
en ik
mijn kind zegt pak mijn hand
en ik maak twee gebalde vuisten
waarom geen kinderhand
zich sluiten kan
en ik maak twee gebalde vuisten
waarom geen kinderhand
zich sluiten kan
achter mijn ogen zit een kind een baldadig kind
dat uitgroeit
tot een dader
hij komt in me wonen en neemt
mijn beide vuisten over
dat uitgroeit
tot een dader
hij komt in me wonen en neemt
mijn beide vuisten over
het kind mijn bitter kind
meegezogen in twee witzwarte ogen
word je een mimiekloze witgeschminkte boze
meegezogen in twee witzwarte ogen
word je een mimiekloze witgeschminkte boze
het kind staart me aan in zwart en wit
hij heeft geen hoofd
maar een gezicht
hij heeft geen hoofd
maar een gezicht
Philip Rozema
Dit is het laatste gedicht van Philip als RUG-huisdichter 2015-2016.