• RUG is zuinig met vaste contracten

    Liever tijdelijk

    Zes jaar trouwe dienst aan de RUG en dan? Wegwezen! De RUG wil een 'flexibele schil' aan personeel. Maar de medewerker blijft met lege handen achter.

    in het kort

    Mariska de Groot en Mariëtte Bliekendaal kregen na jaren trouwe dienst geen verlenging van hun tijdelijke contract.

    Zij zijn niet de enigen. Universiteiten hebben steeds meer personeel in tijdelijke dienst.

    Vakbonden waarschuwen voor gebrek aan continuïteit en verlies aan kwaliteit.

    Dat is te kort door de bocht, reageert de RUG. ‘Een flexibele schil is nodig om met het aantal studenten te kunnen meebewegen.’

    Voor de werknemers is het lastig. Ze kunnen bijvoorbeeld moeilijk een hypotheek krijgen.

    De Groot plaatst vraagtekens bij het beleid. ‘Mensen met zes jaar ervaring worden ingeruild voor nieuwe tijdelijke werknemers.’

    volledige versie

    Leestijd: 6 min. (1010 wrdn)

    Het overkwam Mariska de Groot. De afgestudeerde sociaal psychologe werkte bijna zes jaar bij psychologie aan de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. Ze hield zich voornamelijk bezig met mentoraat. Tot ze per brief te horen kreeg dat haar aflopende contract niet zou worden verlengd. Niet veel later volgde een mailtje van het secretariaat: wanneer ze haar afscheidsborrel wilde geven. ‘Een bitterzoet feestje’, herinnert ze zich.

    Bitterzoet en niet alleen voor haar. Ze was namelijk onderdeel van een tijdelijke onderwijseenheid binnen de vakgroep psychologie, die op het hoogtepunt uit wel dertig mensen bestond. ‘Ik was de eerste die het maximum aantal tijdelijke verlengingen had gehad. Dus toen duidelijk werd dat ik geen vast contract kreeg, voelden de anderen de bui ook al hangen. Die sfeer proefde je wel een beetje op de borrel.’

    Slechtnieuwsbrief

    Ook Mariëtte Bliekendaal kreeg zo’n slechtnieuwsbrief. Ze werkte als docent met twee contracten bij zowel de master Educatie & Communicatie als bij de mastertrack Science+ Business & Policy aan de bètafaculteit. ‘Maar zo’n brief krijg je automatisch, ook als men al lang bezig is met het verlengen van je contract. Mijn leidinggevende maakte zich bovendien hard voor een vaste aanstelling en had de steun van de directeuren van de graduate en undergraduate school. Ik maakte me daar niet zo’n zorgen om.’

    Tot ze tien dagen voor de start van het academisch jaar van vakantie terugkwam, en hoorde dat de vaste aanstelling toch niet doorging. Wel kreeg ze het aanbod nog een jaar als ZZP’er in dienst te blijven, maar daar ging ze niet op in.

    Ze werkt nu nog twee dagen in de week bij de Science & Society Group, maar gaat per 1 februari aan het werk bij de TU in Delft, wederom op basis van een tijdelijk contract. ‘Het is hier bij de RUG niet anders dan op andere universiteiten’, verzucht ze.

    Flexibele schil

    De Groot en Bliekendaal zijn niet de enigen binnen de RUG zonder vast contract. In totaal is 41 procent van de werknemers in tijdelijke dienst, van het wetenschappelijk personeel zelfs 61 procent. ‘Bij andere Nederlandse universiteiten ligt dat percentage nog iets hoger’, weet RUG-woordvoerder Gernant Deekens. Maar het is een flinke stijging ten opzichte van 1995, toen nog maar twintig procent van de wetenschappers op universiteiten een tijdelijk contract had.

    ‘Het voelt als werken in een doodlopende straat. Ik ben een goede collega en krijg goede evaluaties, maar kennelijk telt dat niet.’

    Dat het percentage zo hoog ligt, komt weer voor 40 procent door het grote aantal promovendi, 772 in totaal. ‘Dat gaat in feite over leertrajecten die in drie jaar afgerond zouden moeten zijn, dus logisch dat ze geen vast contract krijgen’, aldus Deekens. ‘En postdocs worden ingezet op projecten waarvoor financiering beschikbaar is, maar aangezien die financiering tijdelijk is, zijn de contracten dat dus ook. Wetenschappelijk onderzoek is specifiek, je kunt niet zomaar de ene postdoc op een andere plek zetten.’

    En dan zijn er de docenten in loopbaantrajecten. ‘Daar hoort ook onderzoek bij en dat kan dus alleen als er financiering voor is. Hoe minder onderzoekssubsidie er is, hoe meer tijdelijke contracten. Daarnaast is de behoefte aan docenten afhankelijk van het aantal studenten, dat zijn er het ene jaar meer dan het andere. Een flexibele schil is nodig om met het aantal studenten mee te kunnen bewegen.’

    Ervaring gaat over de schutting

    Dat niet iedereen zomaar een vast contract kan krijgen snapt De Groot, maar ze plaatst toch vraagtekens bij het RUG-beleid. ‘Mijn oude functie bestaat nog steeds, daar zit nu iemand anders en zo gaat het ook bij een boel andere posities. De RUG claimt in te willen springen op mogelijke fluctuaties in studentenaantallen, maar GMW groeit al jaren en ondertussen zijn een hoop mensen hun baan kwijt. Mensen met zes jaar ervaring worden ingeruild voor nieuwe tijdelijke werknemers. Er wordt daarmee zoveel ervaring over de schutting gegooid.’

    Ook Bliekendaal is niet gelukkig met de manier waarop het gegaan is. ‘Het frustrerendste vind ik dat het zo ongrijpbaar is wat je dan moet doen voor een vast contract. Het voelt als werken in een doodlopende straat. Ik ben een goede collega en krijg goede evaluaties, maar kennelijk telt dat niet. Alsof kwaliteit er niet toe doet.’

    Bliekendaal zag collega’s vertrekken, omdat ze zich niet gewaardeerd voelden. ‘Je moet goede mensen niet aan het lijntje houden met zo’n tijdelijk contract. De RUG moet garant staan voor kwalitatief goed onderwijs, maar op deze manier kan dat niet. Docenten zijn belangrijk, al hebben ze geen onderzoekstaak.’

    Stukgelopen onderhandelingen

    De Groot sluit zich daarbij aan. In haar vier jaar in de faculteitsraad is er veel over gediscussieerd. ‘De universiteit is een bedrijf geworden’, concludeert ze. ‘Het gaat steeds meer over kwaliteitscijfers en geldstromen, maar rendementen zijn toch ook gebaat bij ervaring?’

    Marijtje Jongsma van de vakorganisatie voor personeel van universiteiten, onderzoeksinstellingen en universitaire medische centra (VAWO) is het daarmee eens. ‘De toename van het aantal tijdelijke contracten ondermijnt de kwaliteit. Voor goed onderzoek en goed onderwijs is continuïteit nodig. Dat gaat een stuk lastiger als iedereen maar een paar jaar blijft’, stelde ze in een artikel in de Volkskrant.

    Deekens is het daar niet mee eens. ‘Tijdelijke contracten zijn een gevolg van de financieringssystematiek’, stelt hij. ‘Maar aannemen gebeurt op grond van competenties. Het is te kort door de bocht om te zeggen dat de kwaliteit van het onderzoek en onderwijs automatisch achteruit gaat.’

    Marthy Schuurman, vakbondsonderhandelaar van Abvakabo FNV, was betrokken bij de stukgelopen cao-onderhandelingen tussen de vakbonden en de Vereniging van Universiteiten (VSNU) in juni dit jaar. Breekpunt: tijdelijke contracten. Vakbonden wilden meer vaste contracten, universiteiten juist flexibiliteit. ‘Maar het  heeft ook te maken met het niet willen verstrekken van uitkeringen aan vaste werknemers’, zegt Schuurman.

    Universiteiten zijn fel tegen

    De cao-besprekingen waren gedeeltelijk gericht op het veranderen van de Wet Werk en Zekerheid, de zogenaamde flexwet, per 1 januari 2015. Daarin staat dat een werknemer straks al na twee jaar een vast contract moet krijgen – voor het wetenschappelijk personeel is die periode langer. Universiteiten waren fel tegen en ook Bliekendaal is niet helemaal gerust op de nieuwe regels. ‘Het zou universiteiten moeten dwingen eerder een vast contract te overwegen, maar ik ben bang dat tijdelijke werknemers er eerder uitgezet worden.’

    De wet is er echter toch gekomen en dat maakt volgens Schuurman dat de vakbonden nu sterk staan in de onderhandelingen. ‘In de cao worden uitzonderingen op die wet opgenomen. De universiteiten willen die, dus ligt de bal bij hen. Maar je moet er op basis van argumenten uit kunnen komen, en ik ben positief dat dat gaat lukken.’

    Een van die uitzonderingen betreft promovendi, die in theorie bij overschrijding van hun onderzoeksperiode een vast contract zouden moeten krijgen. ‘Natuurlijk snappen we dat de universiteiten daar niet aan kunnen’, zegt Schuurman. ‘Maar ik snap niet waarom ze een boel andere tijdelijke werknemers geen vast contract kunnen aanbieden.’

    Geen kans op hypotheek

    Vaste contracten zijn essentieel voor het krijgen van – bijvoorbeeld – een hypotheek. Ook het feit dat er tegenwoordig vaak twee kostwinners binnen een gezin zijn, waardoor echtgenoten niet altijd makkelijk meeverhuizen naar een andere universiteit, maakt een vast contract van belang. ‘Mensen willen gewoon zekerheid’, zegt Schuurman.

    Deekens begrijpt dat. ‘Het is echter het omdraaien van de zaken als de RUG mensen vast aan moet nemen omdat ze anders geen hypotheek kunnen krijgen. Voor medewerkers waarvoor geen werk is, moet de RUG wachtgeld betalen tot dat zij een andere baan hebben gevonden.’

    Schuurman denkt er echter het zijne van. ‘Met een vast contract kun je ook flexibel ingezet worden’, meent hij. ‘Ik ben bijvoorbeeld ook al aan mijn achtste functie in 25 jaar bezig bij Abvakabo, binnen een vast contract. Met een vaste aanstelling kun je dus ook prima 40 jaar bij de RUG zitten.’