Sinds gisteren ben ik op mijn zevenentwintigste mijn eerste melding bij Meldpunt Overlast rijker. Of eigenlijk een poging tot; de bewuste buurjongen werd gelijk terugverwezen naar mij.
De eerste keer dat hij me op mijn geluidshinder attendeerde, was hij poeslief. Gekleed in enkel een slip en een openvallende badjas bleef hij zich maar verontschuldigen voor zijn ‘gezeur’. Onderwijl poogde hij als een puppy/playboy over te komen door obsessief z’n handen door zijn haar te halen, en hierbij zijn lipjes continu te tuiten (!). Frons.
Tegenwoordig is hij vooral helemaal klaar met mij. Gisteren sommeerde hij me dat mijn ‘crap’ uit moest. Ook sprak hij wederom zijn verdenking uit dat ik het met opzet doe en compleet schijt heb aan zijn klachten. Au. Hij moest eens weten dat mijn mantra’s juist ‘sharing is caring’, ‘karma bestaat’ en ‘lief doen’ zijn.
Eerder dit jaar sprak hij me aan op mijn vele -drie!- pakjes die hij in een jaar in ontvangst moest nemen. Diezelfde week hoorde ik hem tegen een vriendje zeggen ‘Dat is dat meisje van al die pakjes’. Jezus. Alsnog heb ik ervoor gezorgd dat ze nooit meer bij hem zullen worden afgeleverd.
Helaas houdt hij zijn frustraties maandenlang voor zichzelf, terwijl zijn haat jegens mij toeneemt. Blijkt dat hij al maanden last heeft van de crap die ik ‘s ochtends graag mag luisteren voor mijn werkdag begint. Op mijn verzoek samen het maximale volume af te stellen, ging hij deze week gelukkig in. Mijn voorstel om even luchtig een koffie of biertje te doen slaat hij vooralsnog af. Hier voegde hij ironisch genoeg aan toe: ‘Ik hoop echt dat dit gaat werken’. Toen ik hem vroeg of hij op een specifiek moment hinder van me ondervond, reageerde hij met ‘Ik zou het nu niet kunnen zeggen, hier wordt ook muziek gedraaid. Vraag het me nog eens op een rustiger tijdstip’. Jézus.
Karma strafte meteen. De bezorger van onze cafetariacrap belde per abuis eerst bij hem aan. De volgende ochtend werd hij getrakteerd op twee klussers met klopboren en hamers. Die werden tot in de middag losgelaten op dragende muren. Mijn andere buurman voegde daar nog even een peloton prachthouse aan toe.
Ik heb hier uren heimelijk om moeten gniffelen. Zelfs even hardop geschaterd om de onaardige gedachte hem ten tijde van de kakafonie blasé de liefste vraag voor te leggen. ‘Heb mijn muziek ietsje harder gezet, heb je daar nu last van?’
Laura Louwes studeert English language and culture
Foto Reyer Boxem