The brain is booming. Allitereren op z’n Engels, want het Hollandse ‘hersenen zijn hot’ doet me denken aan pikant gekruide hersentjes op een bedje van foie gras in een door de Partij voor de Dieren onopgemerkt restaurantje in de Franse Dordogne. En dat dekt nu juist de lading niet, want geen hond die nog hersentjes wil eten.
Anderzijds storten we ons massaal op het brein. Ook ik.
Hersenonderzoek. Maar hoe doe je dat?
Optie 1: scannen. fMRI bijvoorbeeld. Oftewel, statistieken tot je een ons weegt in de hoop een vaag resultaatje te vinden. Dé liefhebberij van de psychologen, maar niet aan mij besteed. Leuk al die correlaties, maar ik wil harder bewijs.
Optie 2: bloed en hersenvocht. Eenmaal afgenomen (altijd fijn, zo’n ruggenprik) is een zee van metingen mogelijk. Kleine kanttekening: wat zeggen deze lichaamsvloeistoffen over de mysterieuze hersenprocessen die we zo desperaat proberen te achterhalen?
Optie 3: ‘Hier met die hersenen.’ Die black box in eigen hand nemen. Aangezien hersenbiopten van patiënten niet kunnen (en het experimenteren op gevangenen lang is afgeschaft), beperken we ons tot post-mortem materiaal.
En daarvoor is een autopsie nodig. Direct na overlijden, zodat het brein nog in goede staat verkeerd. Met piepende banden (zonder sirene helaas) snelden m’n begeleider en ik over de Antwerpse ring naar het mortuarium.
Vergeet het koddige Silent Witness met z’n sfeervol verlichte snijzaal. In werkelijkheid is alles spierwit: witte tegels, wit licht, witte schorten. Het enige dat breekt is al het roestvrijstalen materiaal en de schedel die wordt opengezaagd.
En dat is indrukwekkend. Anderhalve kilo golvend grijs vlees komt tevoorschijn met grillige bergkammen, diepe donkere dalen en bloedrode beekjes die worden omsloten door een zacht vliesje.
Terwijl wij beide hersenhelften lossnijden en op ijs inpakken, naait de lijkschouwer de oude vrouw weer perfect dicht. Geen spoor van de hersendissectie. Binnen een kwartier zaten we weer in de auto. Een uur eerder dan ik dacht.
The brain is booming. Dankzij mensen die hun black box durven af te staan.
Alain Dekker is 4e jaars klinisch moleculaire neurowetenschappen en doet momenteel aan de Universiteit Antwerpen onderzoek naar Alzheimer.
Foto Reyer Boxem