Leipzig Zoo
In het kader van het vak radical interpretation in theory and practice volg ik elke week college in een van de meest indrukwekkende gebouwen van de universiteit. Het gebouw ligt aan Unter den Linden, een lange laan die dwars door Mitte loopt en omzoomd wordt door jonge lindebomen.
Getatoeëerde knokkels
Sinds 1802 bevindt zich hier de filosofiefaculteit, die je na een paar massief marmeren trappen bereikt op de tweede verdieping. Met het keizerlijk paleis en de Berlijnse Dom op een steenworp afstand, is het af en toe lastig om niet gewoon het college te laten voor wat het is, en ongegeneerd de toerist te gaan uithangen.
”Basically, we’re fucked’, aldus de professor’
Tot nu toe is het me echter elke keer gelukt om plaats te nemen in de collegebanken. Nadat ik mijn fiets op slot heb gezet op het plein voor het universiteitsgebouw, loop ik plichtsgetrouw naar Hörsaal 2014B. De jonge professor die het vak geeft, zit hier meestal al op ons te wachten.
De eerste keer dat ik de collegezaal binnenliep, was ik enigszins verrast door het contrast dat hij vormde met rest van de omgeving. Met een zwarte capuchon op zat hij onderuitgezakt op een stoel, met zijn schoenen pontificaal op het bureau, terwijl hij afwezig over zijn getatoeëerde knokkels wreef. De studenten keken hem wat beduusd aan. Totdat hij uiteindelijk opstond en plotseling bevlogen een ingewikkelde linguïstische theorie uiteen begon te zetten, terwijl wij eenvoudigweg toeluisterden.
Tijdens dit college proberen we grip te krijgen op het fenomeen taal, en hoe het zo gekomen is dat er überhaupt woorden bestaan als Sitzpinkler (jawel, een man die zittend plast). Met een groep van ongeveer vijftien studenten analyseren we de theorieën van vooraanstaande taalfilosofen, zoals Davidson en Donaldson (die op geheel onvrijwillig basis een gelijksoortige achternaam hebben), en bestuderen we tevens empirisch onderzoek dat zich richt op taal bij mensapen.
Chimpansees
Deze studies pogen de communicatie tussen primaten te duiden, om van daaruit uitspraken te kunnen doen over het ontstaan van taal. Dit blijkt echter nog niet zo eenvoudig, aangezien er een soort unbridgeable gap blijkt te bestaan in de evolutie van de taal. Dit maakt het voor taalwetenschappers schijnbaar onmogelijk om een wetenschappelijke link te leggen tussen menselijke en niet-menselijke communicatie. ‘Basically, we’re fucked’, aldus de professor.
In het kader van dit taalfilosofisch raadsel hebben we onlangs met een groep studenten de befaamde Leipzig Zoo bezocht, waar veel taalgerelateerd onderzoek gedaan wordt bij chimpansees en bonobo’s. Daar werd ons in detail uitgelegd welke chimpansee er zoal ruzie had met wie, en welke chimps elkaar juist mochten.
Terwijl de dagjesmensen ons passeerden, werden we nauwlettend gadegeslagen door twaalf paar donkere ogen, een paar meter verderop. Op dat moment vroeg ik mij even af of wij, aspirant-taalfilosofen, niet gewoon flink in de maling werden genomen door een aantal doortrapte apenbreinen, die zeer zorgvuldig een zogenaamde unbridgeable gap in stand hebben weten te houden. Maar dat is natuurlijk onzin. Toch?