‘Nee zeggen vind ik moeilijk’
Willems is 71 jaar oud, maar van een rustig bestaan wil hij nog niks weten. ’Ik word veel gevraagd voor allerlei zaken en nee zeggen vind ik moeilijk.’ Toen hij een mailtje kreeg van het New Yorkse advocatenkantoor BLB&G, over een claim bij Volkswagen en of hij mee wilde denken, kon hij eigenlijk alleen maar ja zeggen.
‘Ik moet zo naar mijn college Engels’
De Volkswagen Investors Settlement Foundation bereidt een schikking voor tussen Volkswagen en gedupeerde institutionele beleggers van over de hele wereld die schade hebben ondervonden door het schandaal met sjoemelsoftware.
Willems: ‘De particuliere belegger is natuurlijk ook welkom, maar het is eerst zaak om te laten zien dat je veel grote partijen vertegenwoordigt, dus krijgen eerst de grote jongens een brief.’
Nederland is uniek
Volgens de hoogleraar is het niet zo gek dat Nederland is verkozen tot land waar de strijd tussen Volkswagen en beleggers uitgevochten wordt. Willems: ‘Wij hebben hier de Wet collectieve afhandeling massaschade. Als het gerechtshof in Amsterdam een schikking algemeen verbindend verklaart, dan kunnen benadeelden over de hele wereld zich daarop beroepen’, aldus Willems.
Voor het schadeplichtig bedrijf kan het voordelen hebben. Willems: ‘Het voorkomt tijdrovende claim- en rechtszaken die enorm in de papieren kunnen lopen.’ Volgens Willems is er formeel nog geen overleg gevoerd met Volkswagen, maar informeel is al wel duidelijk dat de autofabrikant welwillend tegenover een schikking staat.
Ultieme droom
Vol passie legt hij uit wat de verschillen zijn tussen de rechtssystemen van de Verenigde Staten en Nederland. Op de vraag of deze zaak tegen Volkswagen niet een ultieme droom is voor een hoogleraar corporate litigation, geeft hij na lang nadenken toe: ‘Het is natuurlijk wel een professionele uitdaging binnen mijn vakgebied. Ik ben een vakfanaat en heb de benen uit mijn lijf gelopen om de beste mensen in de stichting te hebben die ik maar kon bedenken. En dat is gelukt.’
‘Ik moet zo weg want ik moet naar mijn college Engels’, zegt Willems na een blik op zijn horloge. ‘Ik kwam erachter dat mijn Engels steeds meer tekortschoot. Een biertje bestellen kunnen we allemaal, maar ik merk bij mezelf een achterstand als ik sommige standpunten moet verdedigen. Ik zal nooit zo goed worden als een native speaker, maar ik kan wel beter dan ik nu doe.’
Over het uiteindelijke doel, de hoogte van de schadevergoeding, kan Willems nog niet veel zeggen. ‘Dat hangt van zoveel factoren af. Het is heel moeilijk om te bepalen wat iets waard is.’ Volgens Willems is het uiteindelijk niet meer dan een verhandeling op de Larense paardenmarkt. ‘Het is handjeklap binnen de afgesproken marges, zodat iedereen het ermee eens kan zijn.’ Over het tijdsbestek is hij wel duidelijk: ‘Over een jaar, dan zou het allemaal eigenlijk wel rond moeten zijn.’