‘Kleding inzamelen, vergunning aanvragen en gaan!’
Ook doneren?
The Street Store vindt op 14 november plaats in de Stadstuin aan de Sluiskade (Westerhaven). Om 8 uur ’s ochtends kan daar kleding worden gebracht. Er zijn inmiddels al meer dan tien vuilniszakken met kleding per vrijwilliger ingezameld, maar er is nog een groot tekort aan mannenkleding. Ook kan de organisatie partytenten goed gebruiken! Wil je al eerder doneren? Stuur dan een mailtje naar streetstoregroningen@
gmail.com.
In Groningen staan ongeveer 1500 mensen bij opvanginstellingen geregistreerd als dak- en thuisloos. Nijboer kwam deze mensen jarenlang dagelijks tegen op straat. ‘Ik wilde heel graag iets voor ze doen, maar wist echt niet wat.’ Dat veranderde toen ze na haar bachelor vrijwilligerswerk ging doen in Zuid-Afrika. Daar kwam de rechtenstudente in aanraking met The Street Store, een soort pop-up-winkel waar dak- en thuislozen gratis kleding en schoenen kunnen uitzoeken die gedoneerd zijn door mensen uit de buurt. Het evenement is wereldwijd al meer dan 350 keer georganiseerd. ‘Het idee vond ik vrij simpel: kleding inzamelen, vergunning aanvragen en gaan!’ zegt Nijboer enthousiast.
De 354e editie heeft gelijk een primeur te pakken: voor het eerst komt The Street Store naar Nederland. Naast kleding uitzoeken kunnen daklozen tijdens de dag in Groningen ook kosteloos naar de kapper en gratis eten en drinken.
‘The Street Store is heel concreet: je kunt het organiseren in je eigen omgeving en ziet gelijk voor wie je het doet. Dat sprak me erg aan en daarom wilde ik het naar Groningen halen’, vertelt Nijboer. Samen met meer dan twintig vrijwilligers, onder wie studenten en stadjers, ging ze aan de slag. Zonder subsidie, maar met heel veel goede wil. Van de organisatie van The Street Store kreeg ze een hele papierwinkel thuisgestuurd. ‘Ik moest bijvoorbeeld beloven dat ik de dag tot een succes wilde maken en daar mijn uiterste best voor zou doen. En dat doen we zeker!’
Geen netwerk
Nadat die eerste horde genomen was, werden verschillende daklozeninstellingen in Groningen benaderd. Zij reageerden enthousiast en gaven aan dat er veel behoefte is aan warme winterkleding. ‘Er is altijd een gebrek aan handschoenen, sokken en mutsen’, vertelt Annemarie van der Vegt, pastor bij daklozenopvang de Open Hof. Bregje Kneepkens van Het Kopland, een stichting waar onder meer daklozen worden opgevangen, noemt The Street Store een ‘hartstikke goed’ initiatief. Ze vertelt dat veel mensen die van de opvang gebruikmaken, weinig inkomsten hebben. En het kleine beetje geld dat ze hebben, gaat meestal niet naar warme winterkleren.
Kneepkens prijst vooral het maatschappelijke aspect van The Street Store. ‘Als ik geen geld zou hebben voor warme kleren, zouden mijn vriendinnen me wel wat toestoppen. Maar dak- en thuislozen staan ver van de maatschappij af en hebben geen netwerk om op terug te vallen. Daarom is het heel positief dat dit probleem op de agenda wordt gezet.’
‘Als je van 20 euro moet rondkomen, komt zoiets goed uit’
Ook daklozen zelf reageren enthousiast, blijkt uit een rondgang bij de Open Hof. Bijna alle aanwezigen daar zijn op de hoogte van het evenement. Een dakloze man van 54 legt uit dat warme kleren zeer welkom zijn, omdat er tegenwoordig nog maar weinig kledinguitgiftepunten zijn. Een 32-jarige man is ook blij met de komst van The Street Store. ‘Als je van 20 euro per week moet rondkomen, komt zoiets goed uit.’ Een dakloze van 45 vertelt dat er vooral veel behoefte is aan fatsoenlijke kleding. Bij de Open Hof wordt iedere donderdag kleding uitgedeeld. ‘Maar veel mensen nemen dan ook kleren mee voor vrienden en familie. Als je niet op tijd komt, is er alleen nog maar rotzooi over.’
Schaamte
De dak- en thuislozen zijn ingelicht via posters die bij opvanginstellingen werden opgehangen. Ook hebben daklozen flyers uitgedeeld. Mensen met een strafblad en mensen die net dakloos zijn geworden, kregen van hen een persoonlijke uitnodiging op een speciaal kaartje. ‘Zij schamen zich misschien heel erg, dus dan heeft het geen zin als wíj ze zouden uitnodigen’, legt Nijboer uit. Ze wil er alles aan doen om een veilige omgeving te creëren in de Stadstuin. Zo mogen mensen om 8 uur ‘s ochtends kleding doneren, maar niet de hele dag blijven rondhangen. ‘We willen niet dat de daklozen zich bekeken voelen.’
Nijboer vindt het heel belangrijk dat het evenement samen met daklozen wordt georganiseerd. ‘Soms verzinnen wij dingen waar zij helemaal geen behoefte aan hebben. Daarom vraag ik steeds: ‘Wat vinden jullie nou belangrijk?’’ Ze krijgt veel enthousiaste reacties uit het daklozencircuit. ‘Niemand zegt: ‘We zijn niet zielig, we hebben dit niet nodig.’’ Ze zijn juist blij met de aandacht en noemen het initiatief ‘hartverwarmend’. Degenen die Nijboer op straat aanspreekt, geven haast allemaal aan langs te zullen komen. Maar het is nog maar de vraag of ze daadwerkelijk zullen opdagen. ‘Ze zeggen namelijk ook: ‘Misschien ben ik het morgen wel weer vergeten.’ Als je bij de dag leeft, is het lastig zoiets te onthouden’, zegt Nijboer.
Schrijnende gevallen
Maar waarom eigenlijk een evenement voor daklozen organiseren, en niet voor bijvoorbeeld vluchtelingen of iets knuffelbaars als zielige hondjes in het asiel? ‘Ik schrok best wel toen ik erachter kwam hoeveel mensen als dakloos geregistreerd staan in Groningen’, zegt Nijboer. Hoe meer ze zich in het probleem verdiepte, hoe meer schrijnende gevallen ze tegenkwam. ‘Het is gewoon belangrijk dat mensen voor dak- en thuislozen opkomen en naar ze omkijken.’ Soms hoort ze van mensen dat zij alle kleding die ze kunnen missen al aan vluchtelingen hebben gegeven. ‘Dat is heel mooi en we moedigen dat zeker aan, maar we moeten de daklozen niet vergeten.’
Hoeveel mensen er uiteindelijk zullen komen, is lastig te voorspellen. Maar Max, een ex-dakloze die nauw betrokken is bij de organisatie, zegt dat het niet om de aantallen gaat. ‘Het is de eerste keer dat zoiets georganiseerd wordt in Nederland, twintig of dertig man zijn al een hele grote winst.’ Hij vindt de aandacht voor daklozen veel belangrijker, en benadrukt dat The Street Store écht nodig is. Het feit dat de dag door studenten wordt georganiseerd, spreekt hem erg aan. ‘En dan niet op een betuttelende manier, maar juist met als doel om verbindingen te leggen.’ Max voorspelt dat het een heftige dag gaat worden, maar dat de beloning groot zal zijn. ‘De glimlach die je krijgt, die is een miljoen waard.’