Frans de Waal: ‘Zelfs moraal is niet uniek voor de mens’
Maandagavond. De Stadsschouwburg is afgeladen. Zelfs de balkons zitten vol met mensen die wachten op een van de meest invloedrijke wetenschappers van deze tijd: primatenonderzoeker Frans de Waal.
De Waal is uitgenodigd door de Faculteit Wijsbegeerte, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan als zelfstandige faculteit. Het onderwerp is een van zijn stokpaardjes: moraliteit. De Waal stelt dat niet alleen mensen morele wezens zijn, maar dieren ook.
Bouwstenen
Althans, hij betoogt dat de evolutionaire bouwstenen voor moraliteit in dieren aanwezig zijn, net als bij mensen. En dat betekent dat moraal geen dunne vernislaag is die de fundamenteel ‘slechte’ menselijke natuur verbergt. Het is diep verankerd in ieder mens.
De Waal bespeelt zijn publiek als een virtuoos en dat is niet verwonderlijk. Hij heeft al jarenlange ervaring met lezingen, optredens en interviews waarin hij zijn onderzoek onder de aandacht brengt van het grote publiek. Hij maakt zijn grapjes precies op het juiste moment en maakt slim gebruik van video’s om de wat minder spannende momenten op te leuken. Monty Python illustreert de term ‘incentive’, terwijl schattige olifanten die een baby in nood redden het begrip ‘targeted helping’ moeten uitbeelden. Ondertussen is zijn boodschap helder en inhoudelijk: mensen zijn lang niet zo uniek als ze nog altijd denken.
Planet of the Apes
De Waal – alumnus van de RUG – was de eerste onderzoeker die bewees dat empathie bij dieren bestaat. Het gebaar waarmee twee ruziënde apen zich verzoenen, zoals De Waal in 1979 observeerde, werd recent nog gebruikt in Dawn of the Planet of the Apes. ‘En wanneer Hollywood het gebruikt, bestaat het echt’, grapt De Waal.
Nu is duidelijk dat verzoening eigenlijk heel gewoon is in de dierenwereld. ‘Zelfs bij geiten. Noem me één sociaal dier dat het níet doet’, daagt De Waal zijn publiek uit.
Empathie bij dieren gaat veel verder dan verzoening alleen. Dieren – net als mensen – worden beïnvloed door de emoties van soortgenoten en sommigen zijn in staat een situatie te bekijken vanuit het perspectief van de ander. Heeft een aap veel voedsel, maar zijn soortgenoot in een andere kooi niets, dan deelt hij het eten. Apen troosten de verliezer na een gevecht en zijn diep verontwaardigd wanneer ze zich oneerlijk behandeld voelen. Denk aan het bekende experiment waarbij één aapje wordt beloond met een druif in ruil voor een steen, terwijl een ander ‘slechts’ komkommer krijgt. Apen kunnen vooruit plannen, ingewikkelde situaties begrijpen en elkaar gericht helpen.
Spiegeltest
En dat geldt niet alleen voor apen, toont De Waal aan. Ook olifanten kunnen het. De spiegeltest – waarbij een dier begrijpt dat hij zichzelf ziet in die spiegel en niet een ander – is daar nauw mee verbonden. Zodra een kind zichzelf kan herkennen in de spiegel, is het ook in staat om zich te verplaatsen in het perspectief van een ander. Zo geldt dat ook voor dieren. ‘Zo gaat dat altijd in mijn onderzoeksveld’, zegt De Waal. ‘Onderzoekers zeggen dat alléén mensen dit of dat kunnen. Maar vijf jaar later hoor je er niemand meer over.’
Uniek voor mensen?
Zou het kunnen dat moraliteit dan de laatste unieke menselijke eigenschap is? Als je De Waal een uur lang hebt horen betogen dat mensen slechts apen onder de apen zijn, is dat maar moeilijk te geloven. Want wat is moraliteit? Het is niet alleen het besef van wat ís, maar van wat zou móeten zijn, zegt De Waal.
En dat besef is ook aanwezig in dieren, zegt hij. Bijvoorbeeld wanneer de hiërarchie van een apenkolonie wordt bedreigd door de ongehoorzaamheid van één dier. Wat volgt is een afstraffing en terugkeer naar de oude situatie. Je ziet het ook wanneer een aap protesteert tegen de oneerlijke verstrekking van komkommer.
Vinden we dan moraliteit in de biologie? Nee, geeft De Waal toe. De natuur hanteert geen morele wetten, maar het besef van wat zou moéten is er wel. ‘Mensen en chimpansees vertonen reacties die erg op elkaar lijken’, zegt hij. ‘En ik denk dat de psychologie die eraan ten grondslag ligt ook dezelfde is.’