Een leven lang op de vlucht

‘Ik zag vrienden omkomen bij bomaanslagen en in terreuraanvallen. Ik voelde dat ze ook dicht bij mij waren, die terroristen. Je ziet ze niet, ze kunnen overal zijn.’

Hadi Hairan is geboren in Afghanistan, maar al vanaf zijn eerste levensjaar op de vlucht voor de burgeroorlog in het land. Na een lange tocht van zo’n dertig jaar komt hij uiteindelijk in Nederland terecht.

Nu studeert hij geschiedenis aan de RUG en woont hij met zijn gezin in de buurt van Groningen. Hoe oud hij precies is, weet hij niet. ‘Mijn geboortedatum is nooit opgeschreven, dat gebeurt wel vaker in Afghanistan. Ik gok dat ik een jaar of 35 ben.’

Opgegroeid in vluchtelingenkampen

Als Hairan ongeveer één jaar oud is, vlucht hij met zijn ouders van Kunduz naar Pakistan. In het buurland leeft het gezin in vluchtelingenkampen. ‘Wanneer je naar Pakistan vlucht, ben je je leven lang een vluchteling. Je wordt nooit Pakistaan, zoals je in Nederland wel Nederlander kunt worden’, vertelt Hairan.

Op jonge leeftijd gaat hij werken. Hij doet veel aan zelfstudie, want voor vluchtelingen is het moeilijk om te studeren. ‘Mijn droom was om journalist te worden, maar hoe ik dat ooit moest bereiken, wist ik niet.’ Totdat Hairan in 2000 in Karachi gaat wonen, een grote stad in Pakistan. Na de terroristische aanslagen in Amerika en de reactie van de internationale gemeenschap in Afghanistan is er veel behoefte aan informatie vanuit die hoek van de wereld.

‘Ik begon hierover te schrijven en stuurde mijn teksten op naar verschillende kranten. Sommige stukken werden geplaatst en zo rolde ik de journalistiek binnen’, vertelt Hairan. Rond 2004 krijgt hij zijn eerste vaste baan als journalist bij een nationale krant in Pakistan. Uit Karachi moet hij al gauw vertrekken. ‘Ik werd bedreigd vanwege mijn journalistieke werk. Ik ben gaan werken in Peshawar, een stad dicht bij de grens met Afghanistan.’

Terugkeer uit patriottisme

In 2009 besluit Hairan terug te keren naar zijn geboorteland, naar de hoofdstad Kabul. Hij vertelt: ‘Na de val van de Taliban moest alles weer opgebouwd worden in Afghanistan. Er was niks meer, geen wegen, scholen, telefoon en internet. De internationale gemeenschap had een wederopbouwtraject in gang gezet, ik wilde hieraan bijdragen. Uit een soort van patriottisch gevoel, denk ik. Ook wilde ik graag mijn geboorteland zien, ik had het nog nooit gezien.’

In Kabul kan Hairan als analist aan de slag bij het Center for Conflict and Peace Studies en als journalist bij het persbureau Pajhwok Afghan News. Ook werkt hij voor Central Asia Online, een Amerikaanse krant over het Midden-Oosten en Azië. Hij heeft het goed. ‘Ik had genoeg werk en woonde met mijn gezin in een huurwoning midden in de stad.’

Bedreigd met de dood

Hairans verblijf in zijn geboorteland duurt niet lang. In 2010 moet hij Afghanistan uit angst voor eigen leven verlaten. ‘Plotseling kreeg ik dreigementen over de artikelen die ik had geschreven. De dreigementen kwamen van verschillende terroristische groeperingen. Die mensen zie je bijna niet, ze gebruiken allerlei namen. Soms wonen ze dichtbij, maar je kent ze niet. Ook de staat bedreigde mij. In die tijd had de regering geheime contacten met terroristische groeperingen.’

‘Ik had mijn geboorteland nog nooit gezien’
Hairan wordt bedreigd via de telefoon en per e-mail, tot doodsbedreigingen aan toe. Hij is bang. Dat de terroristen hun dreigementen waarmaken, heeft Hairan van dichtbij meegemaakt. ‘Een paar vrienden van mij zijn vermoord, gemarteld en geterroriseerd om wat zij schreven in de media. Ik was bij bomaanslagen waar zij om het leven kwamen. Het is bij sommigen nooit bekend geworden wie het heeft gedaan. Ik voelde dat ze ook dicht bij mij waren. De beelden heb ik nog elke dag in mijn hoofd, ik heb er nachtmerries van.’

Via een familielid dat nog in een door de Taliban bezet dorp in Kunduz woont, krijgt Hairan te horen dat de terroristen een aanslag op zijn leven beramen. ‘Toen ik op een gegeven moment zelfs gebeld werd met bedreigingen, wist ik het zeker: ze zijn dichtbij, ik moet nu weg.’

Fitna

Hij pakt wat spullen en neemt de eerstvolgende vlucht naar Dubai. Dit is in juni 2010. ‘Ik was al twee keer in Nederland geweest en had besloten daarheen te vluchten. Ik kon alleen geen visum aanvragen in Afghanistan, omdat de Nederlandse ambassade gesloten was vanwege de dreigingen na de film Fitna van Wilders. Omdat ik ook een visum voor India had, ben ik daarheen gegaan. In New Delhi regelde ik een visum voor Nederland en ben ik uiteindelijk in het aanmeldcentrum in Ter Apel terechtgekomen’, vertelt Hairan.

‘Mijn leven stond stil’

In Ter Apel regelt hij dat zijn vrouw en kinderen op een veilige plek in Pakistan zitten. ‘Ik maakte me heel veel zorgen en was erg overstuur en verward. Wat zou er gebeuren? Hoe gaat het met mijn kinderen?’ Het drukke leven dat Hairan in Afghanistan had, stond in Ter Apel stil. ‘Het is helemaal stil in Ter Apel, we mochten in die tijd het aanmeldcentrum niet verlaten. Daarnaast ken je niemand en spreek je de taal niet.’

Na ongeveer zeven maanden krijgt Hairan een verblijfsvergunning. Ook zijn vrouw en kinderen komen een jaar later over naar Nederland. ‘Om mezelf bezig te houden, was ik alvast begonnen de Nederlandse taal te leren. Hierdoor kon ik na een voorbereidingsjaar op het Alfa College snel doorstromen naar de geschiedenisopleiding aan de RUG.’ Dit doet Hairan via het UAF, de stichting voor vluchteling-studenten. ‘Naast dat het de enige opleiding was die ik kon doen aan de universiteit, vind ik het ook belangrijk om de geschiedenis te leren van het continent waar ik nu woon’, legt hij zijn opleidingskeuze uit.

Fulltime romanschrijver

Wat hij precies met de opleiding wil doen als hij klaar is, weet hij nog niet. Hij werkt nu als zelfstandig ondernemer en heeft genoeg werk. Naast de opleiding aan de universiteit volgt hij trainingen op het gebied van zijn werk, waar hij door geheimhoudingsplicht niet veel over kan zeggen.

In de toekomst wil hij fulltime romanschrijver worden. ‘Ik werk nog steeds aan het verfijnen van mijn Nederlands. De thema’s van mijn romans zijn Afghanistan en Pakistan, het Midden-Oosten, de oorlogen en de conflicten tussen de op handen zijnde secularisatie en het ingewortelde, bijgelovige tribalisme.’

27-10-2015