Van onderzoek naar onderneming
Wie op zoek gaat naar start-ups die aan de RUG gelieerd zijn, vindt al snel veel medische, farmaceutische en biologische bedrijven. Onderzoeken in deze vakgebieden leiden nogal eens tot toepasbare innovaties.
De RUG beschikt over twee belangrijke organen die onderzoekers stimuleren een bedrijf te starten. De Stichting Business Generator Groningen (SBGG), opgericht in samenwerking met het UMCG, houdt zich bezig met goede deals voor patenten, terwijl de zogeheten RUG Houdstermaatschappij BV financiële steun en advies biedt bij het opzetten van een bedrijf. In ruil daarvoor is zij medeaandeelhouder.
‘We bieden kennis en een netwerk’Onlangs verscheen een Brits onderzoek waaruit bleek dat de RUG op het gebied van start-ups veel verder is dan de universiteiten in Amsterdam. De hoofdstedelingen beschikken over ‘slechts’ 47 universitaire spin-offs, Groningen over 111 stuks. Het leverde de RUG Houdstermaatschappij als aandeelhouder in 2014 een bedrag van 300 duizend euro op, zo valt te lezen in het jaarverslag. Het eigen vermogen van de Houdstermaatschappij bedraagt eind 2014 3,9 miljoen euro.
Zolderkamerbedrijfjes
Toch is er een nuance te maken in het ‘ongelooflijke’ aantal spin-offs van de RUG. De technische universiteiten Twente, Delft en Eindhoven leveren veel meer start-ups op. DE TU Twente naar eigen zeggen zelfs 900, al worden daarbij ook de ‘zolderkamerbedrijfjes’ van studenten meegerekend. Tussen 2010 en 2012 zijn – op de technische universiteiten na – de meeste bedrijfjes echter ontstaan vanuit de RUG, blijkt uit een onderzoek van Elsevier.
Marnix Pool, directeur van de in 1996 opgerichte RUG Houdstermaatschappij, legt uit hoe de universiteit een brug wil slaan tussen onderzoek en het bedrijfsleven. Wanneer de uitkomst van een onderzoek potentie heeft om door te groeien tot bedrijf, gooit de Houdstermaatschappij de lijntjes uit. ‘Maar het gebeurt ook dat zij naar ons toe komen. Een onderneming starten brengt flink wat risico mee. Wij staan daarvoor niet garant, maar proberen het risico te minimaliseren. Daarnaast bieden we kennis en een netwerk.’
Fondsen
De cofinanciering van start-ups vindt plaats onder naam van de RUG Houdstermaatschappij, of onder twee aan de Houdstermaatschappij gelieerde fondsen: het Kennis Conversie Fonds en Noord Tech Venture. Het Kennis Conversie Fonds is een publiek fonds dat investeert in jonge technologiebedrijven die voortkomen uit Groningse bedrijven en kennisinstellingen. Noord Tech Venture is privaat gefinancierd en richt zich op kansrijke startende bedrijven die ontstaan vanuit de technologiesectoren van de RUG en het UMCG.
‘Het verschil is dat bij Carduso helemaal geen universitair geld is gemoeid’PolyVation en Lanthio Pharma zijn twee bedrijven die vanuit de RUG zijn ontstaan. Eerstgenoemde, een biomedische start-up, groeide uit tot een volwaardig bedrijf. Directeur Theo Flipsen werd in de jaren 90 benaderd om naar aanleiding van zijn onderzoek een bedrijf te starten. Anno 2015 heeft de spin-off zelf een aantal andere spin-offs onder haar hoede. Onduidelijk is of deze in het Britse onderzoek zijn opgenomen, want ze staan feitelijk los van de RUG. De Houdstermaatschappij heeft nog altijd een aandeel van 49% in Flipsens bedrijf.
Stabielere medicijnen
Lanthio Pharma werd in 2014 benoemd tot chemische start-up van het jaar. Het biotechnische bedrijf is het resultaat van een onderzoeksproject dat in 2000 is opgezet door professoren Oscar Kuipers en Arnold Driessen. Kuipers en Driessen hebben bij de ontwikkeling van de technologie, die medicijnen stabieler moet maken en de werking ervan moet verlengen, tot aan de oprichting van het bedrijf een adviseursrol vervuld.
Begin mei 2015 nam het Duitse MorphoSys AG alle aandelen over van andere investeerders, waaronder die van de Houdstermaatschappij. Volgens Gert Moll, CSO van Lanthio Pharma, geeft de overname het bedrijf stabiliteit en is het tekenend voor het succes.
Niet elke spin-off is even open als vragen worden gesteld omtrent de oprichting. Zo geeft Solenne bij monde van Alex Sieval aan dat het een ‘ingewikkeld’ verhaal is, dat niet ‘eventjes’ uit te leggen is. Kees van der Graaf, op de site van de Houdstermaatschappij genoemd als directeur van Angteq, houdt het erbij dat moederbedrijf Citeq niet vanuit de universiteit is ontstaan. Op verdere vragen over de link met Angteq volgt geen reactie.
Focus
Terug naar de Houdstermaatschappij. Pool speculeert op het grote verschil in het aantal universitaire spin-offs met Amsterdam: ‘Het kan zijn dat de UvA en VU op dit vlak minder goed samenwerken. Maar ik denk dat wij in het verleden een goede keuze hebben gemaakt door ons te focussen op wetenschappelijke start-ups. In Amsterdam is men heel succesvol geweest met het exploiteren van panden, maar daardoor is er automatisch minder aandacht geweest voor innovatieve (kennis)start-ups. Die aandacht begint zich in Groningen nu uit te betalen.’
‘Een onderneming starten brengt flink wat risico mee’Toch is ook de structuur in Groningen nog steeds in beweging. Onlangs werd een nieuw fonds opgericht, Carduso Capital. Pool: ‘In 2003 besloot het College van Bestuur (CvB) dat er alternatieven moesten worden gezocht voor het financieren van spin-offs, aangezien het te veel risico gaf.’ In het RUG-jaarverslag van 2003 valt te lezen dat er in dat jaar administratieve problemen waren met Applied Nanosystems BV. ‘Dat is niet de aanleiding geweest, al heeft het misschien bijgedragen aan de optelsom.’
Alternatieven
De alternatieven kwamen eerst met het Kennis Conversie Fonds en Noord Tech Venture. ‘Deze zijn klaar met investeren en Carduso neemt het over. Het verschil is dat bij Carduso helemaal geen universitair geld is gemoeid’, aldus Pool. Op haar site meldt Carduso nog geen deelnemingen. Wel maakte de provincie Groningen onlangs al 7,5 miljoen euro over naar het fonds. De opzet zal hetzelfde zijn als die van de RUG Houdstermaatschappij: jonge bedrijven krijgen startkapitaal en advies, Carduso wordt aandeelhouder.
Voor de RUG Houdstermaatschappij heeft het dichtdraaien van de geldkraan vooral logistieke gevolgen. ‘Alleen wanneer het CvB noodzaak ziet voor het primair proces, zullen wij nog investeren. Wel worden de huidige deelnemingen in stand gehouden.’ Pool en collega’s zullen zich meer gaan focussen op de functie van doorgeefluik: ‘De Houdstermaatschappij bestaat sinds 1996, die kennis en ervaring gooi je niet zomaar weg. Samen met de SBGG zijn wij de partij die binnen de RUG dingen opgooit, een vak apart. Nu zullen we onderzoekers doorverwijzen naar Carduso, of naar anderen. Dat wordt onze belangrijkste taak.’