In de war
Een man die halfnaakt op het dak van zijn huis dreigt er vanaf te zullen springen. Een andere man die zijn huisraad door het raam gooit, het fornuis uit de muur trekt en zijn huis laat volstromen met gas. Een vrouw die haar kind om het leven brengt en daarna van een viaduct probeert te springen. Een ouderpaar dat met hun vijf kinderen naar de Verenigde Staten zegt te zullen emigreren, maar door de Duitse politie in Gronau wordt getraceerd. Het zijn slechts enkele recente gebeurtenissen die de conclusie lijken te rechtvaardigen dat steeds meer mensen in de war zijn.
Volgens de politie is er sprake van een trend. In 2013 moest de politie 52.000 keer ingrijpen bij ‘verwarde personen’. Dat was 10.000 keer meer dan het jaar daar voor. Volgens de GGZ komt het doordat het aantal bedden in psychiatrische klinieken de laatste jaren sterk is teruggebracht. Het idee is dat veel patiënten beter thuis behandeld kunnen worden. Maar wat als ze geen thuis hebben, of een thuis dat zelf ook behoorlijk in de war is?
Ze komen op straat, gaan zwerven of draaien door. Vooral in de grote steden is een probleem. Volgens de cijfers van 2013 zijn er in Amsterdam 5867 mensen in de war. In Den Haag zijn dat er minder, maar nog altijd 1522. Voor dit jaar mogen ze daar Opstelten en Teeven bij optellen, want die zijn natuurlijk ook flink in de war (bonnetje kwijt, o nee toch niet). Of minister-president Mark Rutte, die vindt dat Syriëgangers maar beter op het slagveld kunnen sterven. Onder de Syriëgangers bevinden zich echter veel pubers; die zijn van nature flink in de war, maar vaak gaat dat weer over.
Dat was onder Nazi-Duitsland ook het geval met de generatie die tegen het eind van de oorlog de laatste restjes van Hitlers Duizendjarige rijk mochten verdedigen. Politici als oud-minister Hans-Dietrich Genscher en voormalig president van de Bondsrepubliek Walter Scheel, schrijvers als Martin Walser en Günter Grass waren van de partij. En in de war, verdedigen ze zich achteraf. Was het beter geweest als ze gesneuveld waren?
In Groningen staat de teller op 1046 verwarden. Waarschijnlijk mogen we de wolf niet meerekenen, maar in de war is hij wel. En de mensen die hem achtervolgen al helemaal. Als je goed luistert kun je de wolf horen zingen:
‘Zeg Roodkapje waar ga je heen, zo alleen…’
Waarop Roodkapje een beetje pesterig antwoordt:
‘Ik ga naar Hoogezand, of nee naar de Eemsmond, ach nee, toch maar naar Delfzijl, of…’
Helemaal in de war.
En met het boekenweekthema Waanzin kun je geen roman meer lezen of hij lijkt bevolkt te worden door gestoorden.
Om gek van te worden.
Maar goed, ik moet nu snel naar het redactiekantoor van de UK, waar ik iedere twee weken met een neppistool de voltallige redactie met hun handen omhoog tegen de muur zet en eis dat ze mijn column plaatsen.
Het zal me benieuwen of het me ook deze keer weer lukt.