De kast
Eens in de zoveel tijd check ik m’n mapje met overige berichten op Facebook op nieuwe post. Het gros van de berichtjes bestaat uit kansloze toenaderingspogingen van ongeletterd manvolk met ongelukkige openingszinnen. De meesten komen met variant op “hallo”, zoals “oyiiii”, “hi Netherlands” of de alom gevreesde penisfoto.
De laatste heer die me een bericht stuurde was Robbie. Hij zag mijn naam voorbijkomen op de pagina van homokroeg De Kast, en besloot me een berichtje te sturen. Of ik daar wel eens kwam en of het er leuk was?
Geen versierpoging dus dit keer. Nu schrik ik niet van een homo meer of minder. Maar blijkbaar doen genoeg andere mensen dat wel: Robbie durft niet naar De Kast, want hij zit er zelf nog in.
Ik was bijna vergeten dat ze nog bestonden, jongeren die de bloei van hun leven in de kast doorbrengen. Die de schijn ophouden uit angst mensen kwijt te raken die de omgang in dat geval toch niet waard zijn. Homofoben zijn trouwens ook voor hetero’s geen gezellig gezelschap. Die ben je überhaupt liever kwijt dan rijk, of je nu homo bent of niet.
‘Je weet dat je leven pas echt begint als je ervoor uitkomt’, antwoordde ik Robbie. ‘Dan kan je doen wat je wilt, met wie je wilt.’ Dus niet: ongemakkelijke koppelpogingen van vrienden en familie moeten afslaan met smoesjes. Maar wel: dankbaar op de foto gezet worden terwijl je op een bar danst in een regen van glitter met ingeoliede halfnaakte mannen om je heen, waarvan je met de helft al naar bed bent geweest. Gaycruises. Grindr. Tinder. Flirten met de kassajongen. Hand in hand lopen met de liefde van je leven. En alles daartussenin.
Ik zie alleen maar voordelen. Nu Robbie nog.