‘Academische vrijheid houdt niet op bij de diepenring’

De RUG is een van haar taken uit het oog verloren: haar solidariteit met universiteiten in nood. Dat moet veranderen, vindt de personeelspartij.

De RUG is van alle markten thuis en verschijnt op haar best in Den Haag, Brussel en tegenwoordig ook op Harvard en in Beijing. Zij blinkt uit op vele fronten en oogst daarvoor waardering. Zij prijkt op foto’s met de koning en koestert op verjaardagen haar zilveren ouderdom. Maar in de moordende competitie met de allerbesten en in de koers naar excellentie dreigde zij gaandeweg een andere taak uit het oog te verliezen: haar solidariteit met universiteiten in nood.

Immers, niet alle universiteiten schitteren aan de top. Vele hebben het hard te verduren. Oorlogsomstandigheden, ontvoering en ontslag van universitair personeel, bezetting van campussen, neerslaan van studentendemonstraties, censuur van syllabi en druk om de machthebber van dienst te paaien zijn daar de regel. Samen met andere welstellende universiteiten kan de RUG daar een beetje tegen vechten.

Vervolgde collega’s

Afgelopen week bleek dat die hoop niet ijdel is. Al zeven jaar vraagt de universiteitsraad dat de RUG actief lid zou worden van Scholars at Risk (SAR). Vorige maand stuurde de voltallige raad nog maar eens motie hierover aan het college van bestuur. SAR is een internationale alliantie van honderden universiteiten in momenteel 36 landen die opkomt voor academische vrijheid én bedoeld is om vervolgde wetenschappers tijdelijk aan een veilige universiteit te huisvesten. In Nederland werken tien universiteiten en twee hogescholen mee.

Nota bene, van al deze Nederlandse partners was de RUG de allereerste om zich bij SAR aan te sluiten (in 2007) maar de allerlaatste om er ook maar meer dan een dubbeltje in te stoppen. Al die jaren is de RUG er slechts één keer in geslaagd om een Iraanse historica voor acht maanden op te vangen. Dat was in 2010.

Ze had anderhalf jaar cel gekregen omdat ze een Arabisch boek over vrouwenrechten in de Islam had vertaald in het Farsi. In beroep werd haar celstraf omgezet in een boete. Maar ze moest haar doen en laten rapporteren en ze mocht niet meer werken. Toen belandde ze bij SAR-universiteiten, ook in Groningen. Even.

Daadkracht

In andere omstandigheden blaakt het college van daadkracht, maar voor de SAR-motie moest eerst nog het college van decanen worden geraadpleegd. Enkele jaren geleden verwierpen de decanen nog een eerder voorstel, maar deze week omarmden ze dan eindelijk het idee (op voorwaarde dat de Scholar at Risk binnen de faculteit past). Het is nu zeer waarschijnlijk dat het college van bestuur dat in januari ook gaat doen.

Ook de Hanzehogeschool heeft zich eerder dit jaar vierkant achter de doelstelling van SAR geschaard – inclusief de bereidheid dit standpunt met geld te ondersteunen – en in het kader van het Akkoord van Groningen is eerder deze maand ook aandacht besteed aan vluchtelingstudenten en bedreigde wetenschappers. Op deze manier groeit de kans dat de RUG iets kan bieden aan collega’s die in eigen land niet het geluk hebben dat academische kernwaarden breed gerespecteerd en gesteund worden.

Een rijke universiteit als de RUG toont door af en toe bedreigde wetenschappers onderdak te bieden dat zij deze waarden niet is vergeten en dat zij die nimmer vanzelfsprekend acht.

Mal figuur

In onze SAR-motie stond de solidariteit met onze vervolgde collega’s centraal. Maar er zijn natuurlijk meer motieven om mee te doen.

Universiteiten zonder actief beleid van internationale solidariteit slaan een mal figuur, alsof ze niet weten wat in de wereld omgaat, of het niet willen weten.

En het is daarnaast niet slecht voor de branding. De universiteiten die door de RUG het meest worden bewonderd (Harvard op kop) zijn ook het actiefst in het SAR-programma. En het levert hun nog een goede uitstraling op ook.

De laatste reden is dat academische vrijheid prominent in ons Strategisch Plan prijkt. Door een Scholar at Risk te huisvesten kunnen wij gestalte geven aan dit abstracte begrip. De zorg om academische vrijheid houdt niet op bij de diepenring. Als zij elders—in Syrië, Thailand, Mexico—geschaad wordt, komt ook onze academische vrijheid in het gedrang. Omdat academische vrijheid ondeelbaar is.

Wetenschappelijke integriteit

Het idee van universaliteit zit in de naam, het hart en de nieren van de universiteit gebakken. En aandacht voor het lot van collega’s ver weg betekent geenszins dat we geen oog zouden hebben voor inbreuken op de academische vrijheid of de wetenschappelijke integriteit dichter bij huis. Integendeel.

Meestal zijn we trots op onze universiteit, maar de jarenlange halsstarrige houding van de RUG vervulde ons met schaamte. Eindelijk lijkt het einde daarvan in zicht. Vervolgde collega’s helpen behoort tot onze kerntaken. Al in 1542 wist François Rabelais dit treffend te verwoorden: ‘Science sans conscience n’est que ruine de l’âme.’ Wetenschap zonder geweten is slechts verderf van de ziel.

Antoon De Baets, Jan Blaauw en Jan Visser,
namens de personeelsfractie van de universiteitsraad

15-12-2014