Spaced out
Als ik mijn ogen open doe zie ik wazige felle lichten. Achter één van de deuren hoor ik het geluid van stemmen, maar ik begrijp niet wat er gezegd wordt. Achter me klinkt het heldere tinkelende geluid van metaal tegen metaal.
Ik voel dat iemand om me heen beweegt door de verplaatsing van lucht en het geluid van ritselen van stof. Er wordt een laken over me heen gelegd, met gaten erin die plekken op mijn lijf blootlaten. Een tang beweegt langzaam mijn gezichtsveld binnen.
En ik? Ik doe niks.
Als je mensen vertelt dat je een afgestudeerd sterrenkundige bent, kun je de reacties onderverdelen in twee soorten. De ene groep mensen daagt je uit om te vertellen wat er voor hen in de sterren geschreven staat. En dan mag je uitleggen dat je niet dezelfde opleiding hebt gedaan als de mensen van Astro TV op Net 5.
De andere groep mensen vraagt of jij gelooft in buitenaards leven. Alsof er een vak bestaat met de titel Leven buiten de aarde met hoor- en werkcolleges.
Natuurlijk komt het tijdens de opleiding weleens ter sprake. Tijdens een feestje aan het eind van de avond, als er een wetenschappelijk paper gepubliceerd is met een interessante theorie of tijdens een discussie over Star Trek, Star Wars of Futurama. Maar als het puntje bij paaltje staan wetenschappers er wat nuchterder in: eerst zien, dan geloven. Of meemaken.
Want tv-documentaires brengen de verhalen van de mensen die zeggen dat ze meegenomen zijn door aliens. En veel van hun ervaringen lijken zoals ik hierboven heb beschreven: wazige lichten, rare geluiden en operatie apparatuur.
En terwijl ik achterover op de stoel lig in het ziekenhuis, zonder mijn bril met jampotglazen en met een gevoelloze rechterkaak en -wang, zodat de kaakchirurg mij kon beroven van mijn laatste verstandskies, waan ik me even op een alien ruimteschip.
Spaced out in het ziekenhuis. Het zal de verdoving wel geweest zijn.