‘Uitsluiting hbo’ers onverantwoord’
Als hoofddocent ontwikkelingspsychologie en onderzoeker van identiteitsontwikkeling en studiekeuze wil ik beargumenteren dat het besluit van de RUG om de deuren te sluiten voor studenten met een hbo-propedeuse een slecht besluit is.
Ik zie twee fundamentele bezwaren. De belangrijkste is dat de toekomstmogelijkheden van jonge mensen hiermee nog sterker wordt ingeperkt door keuzes die ze op heel jonge leeftijd moeten maken. De keuze voor havo of vwo wordt gemaakt rond het veertiende jaar. Op dat moment weten jongeren nog helemaal niet wie ze zijn, wat hun talenten zijn en wat ze willen met hun leven.
Het kiezen van een studie wordt steeds ingewikkelder, vanwege het grote en ondoorzichtige aanbod, en omdat er steeds minder mogelijkheden zijn om een keuze te corrigeren. Een succesvolle studieloopbaan hangt nauw samen met het ontwikkeling van de identiteit. Identiteitsontwikkeling betekent het krijgen van inzicht in wie en wat je wilt zijn, je sterke kanten, en welke plek je in deze maatschappij wilt innemen.
Ontdekken waar je goed in bent
Die ontwikkeling vindt vooral plaats in de laatste jaren van de middelbare school en in de eerste jaren van de studie. Dan ontdekken jongeren – al doende – waar ze goed in zijn, wat ze spannend vinden en wat ze willen. Door jongeren met deze maatregel al voor het begin van die fase vast te nagelen in de richting van hun allereerste keuze ontneem je ze de mogelijkheid om zich te ontwikkelen en te groeien in een keuze die aansluit bij hun talenten en belangstelling.
Alleen de beperkte groep die al jong weet wat ze wil en daarbij blijft, kan floreren in dit systeem. Maar de meer (onder-)zoekende groep die in de laat-adolescentie nieuwe talenten en interessen ontwikkelt is het slachtoffer van dit beleid.
Uitsluiting kóst geld
Een tweede argument is dat deze uitsluiting op de lange duur veel gaat kosten. Natuurlijk speelt rendement een rol. Een belangrijk argument voor de uitsluiting is de uitval van 20 procent. Ik weet hoeveel tijd en geld het kost als ongeschikte studenten blijven doormodderen. Maar door deze rigoreuze maatregel wordt een grote groep potentieel succesvolle studenten bij voorbaat uitgesloten vanwege een verwachte kleine verhoging van het rendement. Als dat al zo is, want de cijfers verbazen me.
Er circuleren meerdere cijfers over uitval van wo-studenten, maar vaak is de uitval in het eerste jaar ongeveer 20 procent. Belangrijker is echter dat de huidige maatregel, zelfs als je het rendement een paar procent zou kunnen opkrikken, de maatschappij opzadelt met een groep jongeren die niet de kans kreeg om te doen wat ze graag willen en waar ze misschien heel goed in zijn.
Zwakke voorspeller
Met de toenemende vergrijzing zullen we gemotiveerde en goed opgeleide mensen hard nodig hebben. Op dit moment weten we nog totaal niet waarom 20 procent uitvalt, welke studenten echt niet passen op de universiteit, en welke studenten met een betere begeleiding succesvol kunnen zijn, en dat maakt het uitsluiten op grond van een dergelijke zwakke voorspeller onverantwoord.
De universiteit heeft tenslotte niet alleen een verantwoordelijkheid ten opzichte van de eigen rendementen, maar ook ten opzichte van de maatschappij.
Saskia Kunnen is ontwikkelingspsycholoog aan de RUG