Wetenschap is vers veel lekkerder
Stel je voor: in plaats van je brood gewoon bij de bakker te kopen moet je zelf het meel en de gist aanleveren. Verder moet je elke maand een keer aanschuiven om het deeg van het hele dorp te kneden. En toch: als het brood eenmaal gebakken is mag iedereen de volle prijs voor een halfje wit af komen rekenen. Absurde situatie? Toch is het huidige systeem voor het verschijnen van wetenschappelijke publicaties in tijdschriften niet veel anders.
Ga maar na: de grondstof wordt door de wetenschappers zelf aangeleverd in de vorm van artikelen. Deze worden door andere wetenschappers op hun merites beoordeeld, om het kaf van het koren te scheiden. Wetenschappelijke uitgeverijen bundelen het goedgekeurde resultaat vervolgens in tijdschriften en verkopen deze voor een flinke duit aan, jawel, diezelfde universiteiten waar de wetenschappers al aangesteld zijn. Bedrijven als Elsevier verdienen hier een goed belegde boterham mee, terwijl publiek betaalde wetenschappers aan alle kanten de meerwaarde leveren.
Weerstand
De afgelopen jaren is de weerstand tegen dit systeem gegroeid. Zo is een aantal wetenschappers een boycot begonnen tegen uitgeverijen met dit verdienmodel. Het alternatief wordt open access genoemd, waarbij eenmaal gepubliceerde artikelen vrijelijk verkrijgbaar zijn. Naast een eerlijker verdeelsleutel heeft dit als voordeel dat ook wetenschappers uit minder bedeelde landen over zoveel mogelijk kennis kunnen beschikken. Het doel van wetenschap is tenslotte het vermeerderen van begrip, niet van omzet.
Ook de politiek realiseert zich dat het oude model niet meer van deze tijd is: in een brief van staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de Tweede Kamer d.d. 15 november wordt de Nederlandse wetenschap verplicht om binnen tien jaar volledig op open access over te stappen.
Verplichting
Goed idee? Een veelgehoorde tegenwerping is dat wij ons hier internationaal buitenspel mee zetten. Toptijdschriften als Nature en Science hebben (nog) geen open access, en dus zou het onmogelijk worden voor Nederlandse wetenschappers om hierin te publiceren.
Dit is echter op vele manieren te ondervangen; deze toptitels kunnen bijvoorbeeld buiten de open access verplichting worden gehouden, of men kan in de verschillende publicatie- en citatielijsten een bonus voor open access dan wel een malus voor andere tijdschriften opnemen. Dit mag geen belemmering zijn om principieel voor open access te kiezen.
Kapitaalvernietiging
De hele discussie gaat echter voorbij aan een veel belangrijker aspect. Onderzoeksresultaten die naar een tijdschrift worden gestuurd verdwijnen daar in het peer review-systeem om pas na enkele maanden, soms zelfs jaren, gepubliceerd en dus toegankelijk te worden. Al deze tijd wordt de wetenschappelijke gemeenschap de laatste inzichten onthouden; een enorme kapitaalvernietiging gezien het hoge tempo van hedendaags onderzoek. Kunnen we hier niet een beter systeem voor invoeren?
Al sinds 1991 heeft een aantal vakgebieden, waaronder de natuurkunde, de vrij toegankelijke database arXiv, waar elke dag talloze nieuwe artikelen op worden gezet. Deze worden niet onderworpen aan peer review; de auteurs kunnen hetzelfde materiaal later nog bij een ‘echt’ tijdschrift aanbieden om het gepubliceerd te krijgen.
Het nadeel is dus dat er wel eens een ondeugdelijk artikel tussen zit, maar over het algemeen gebeurt dit zelden en herken je deze onmiddellijk. Het grote voordeel is dat de allernieuwste resultaten direct en voor iedereen beschikbaar zijn.
En is brood niet verreweg het lekkerst als het vers is?
Diederik Roest is theoretisch natuurkundige aan de RUG. In maart 2014 treedt hij officieel toe tot de Jonge Akademie.