Interview Jouke de Vries
‘Zorgwekkend als internationaal talent wil vertrekken’
Nog maar een paar jaar geleden kwamen internationals graag naar Nederland, een liberaal en tolerant land. Nu blijkt dat ruim 30 procent zich niet meer welkom voelt en misschien zelfs weg wil. Wat vindt u daarvan?
‘Ik heb het al eerder the closing of the Dutch mind genoemd. Dat vertaalt zich nu in de politiek, waarbij internationalisering en globalisering onder druk staan. Die partijen krijgen meer zetels. De natiestaat staat opnieuw centraal en daaraan gekoppeld de taal, het Nederlands dus. En dat staat wel een beetje haaks op onze open economie en de manier van werken die we altijd hebben gehad. Ik merk al langer dat studenten en medewerkers uit het buitenland zich er niet altijd gemakkelijk bij voelen en dat vind ik vervelend. Het is een zorgwekkend signaal als internationaal talent zegt: het klimaat is hier dusdanig aan het veranderen dat we overwegen om weg te gaan.’
Wat kan de universiteit doen?
‘We geven commentaar op de wetgeving. Wij zullen proberen het tij te keren, maar het tij is heel sterk. Dus ik weet niet of dat helemaal lukt en of ik de zorgen van mensen kan wegnemen. Maar sommige kritiekpunten vanuit de politiek vind ik wel terecht en ik vind dat we daar naar moeten kijken. Wat doe je in het Nederlands en wat niet? Dat is een lastig debat, maar dat kun je wel voeren. Bijvoorbeeld als je een scriptie schrijft over een Nederlands historisch persoon en dat dan in het Engels moet… Dat is niet goed.’
Sommige kritiekpunten vanuit de politiek vind ik wel terecht
‘Bij andere vakken is het volstrekt helder dat die in het Engels zijn omdat internationaal onderzoek ook vaak in het Engels is. Maar er zijn ook vakken waarvan je je kunt voorstellen dat je die wel in het Nederlands doet, en dan kun je ze op masterniveau Engelstalig aanbieden. Overigens, ook Nederlandse opleidingen zijn voor een deel in het Engels. Ik heb zelf politicologie gestudeerd. In het Nederlands, maar de literatuur was in het Engels.’
Internationalisering is nu opeens een politiek issue, maar was juist op de Nederlandse universiteiten jarenlang hét toverwoord.
‘Het beleid van internationalisering is al jaren geleden bewust ingezet om de demografische dip in Nederland op te vangen. We zijn sterk gegroeid, wij zijn een internationale universiteit. Maar we moeten ook constateren dat de sociale grenzen van dat beleid eigenlijk in zicht komen, zoals je terugziet in bijvoorbeeld huisvesting in Groningen en elders in het land.’
Wat zijn de gevolgen voor de RUG als de international Groningen de rug toekeert?
‘We hebben gekeken naar het zwartste en meest extreme scenario waarbij de WIIB (Wet Internationalisering in Balans) zonder uitzonderingen wordt doorgevoerd. Dat betekent dat tweederde van alle bacheloropleidingen in het Nederlands gegeven moet worden. Dat is een scenario waarin bijna alle 6500 internationale bachelorstudenten plus nog eens 2000 internationale masterstudenten zich niet meer inschrijven, dus 8500 internationale studenten minder.’
Dat absolute doorvoeren van Nederlands als voertaal – daar ben ik op tegen
‘Alles bij elkaar – collegegeld plus bekostiging plus verlies van marktaandeel – leidt dat dan tot ruim 100 miljoen euro minder inkomsten. Of dat zo is en in welke mate weten we nu nog niet, maar het zou kunnen oplopen tot duizend minder arbeidsplaatsen op de RUG en ook nog eens duizend arbeidsplaatsen in de omgeving.’
‘Het is natuurlijk het zwartste en daarmee ook een onwaarschijnlijk scenario, maar het toont aan hoe belangrijk de internationale student voor ons is. We zullen moeten afwachten hoe de politieke ontwikkelingen zich verder ontplooien en we werken er hard aan om dit te voorkomen.’
In de enquête wordt de politieke discussie in de Tweede Kamer verreweg het vaakst genoemd als oorzaak dat internationals zich niet meer thuis voelen in Nederland. Schiet politiek Den Haag door, met Pieter Omtzigt van Nieuw Sociaal Contract (NSC) voorop?
‘Hij heeft niet op alle punten ongelijk. Maar dat absolute doorvoeren van Nederlands als voertaal – daar ben ik op tegen. Overigens is het niet alleen Omtzigt. Dat valt mij het meest op, het is breed. Ook de Partij van de Arbeid en GroenLinks zeggen: we moeten grip krijgen op deze ontwikkelingen. Nou, dat vind ik ook. Maar daar hebben we wel sturingsinstrumenten voor nodig van de minister. Ondanks dat we hier al lange tijd om vragen, hebben we die nog steeds niet gekregen.’
‘Je kunt als universiteit wel zeggen: we houden alles in het Engels. Maar als de politiek de Nederlandse taal zo belangrijk vindt, kun je ook zeggen: oké, we gaan daar kritisch en praktisch naar kijken. Zijn er opleidingen die misschien niet in het Engels hoeven, maar dat nu wel zijn? Daar kunnen we voorstellen voor doen. Dus ik vind dat Nederlandse universiteiten het commentaar van de politiek serieus moeten nemen.’
Want ‘Denkend aan Holland’ van Hendrik Marsman in het Engels onderwijzen is toch ook wel zot?
‘Dat vind ik een terecht commentaar. Maar het probleem is: waar zijn die studenten Nederlandse taal- en letterkunde? Het zijn er slechts enkele. Maar natuurlijk, Marsman en Paul van Ostaijen, dat moet je wel in het Nederlands doen. En hopelijk ook de vaderlandse geschiedenis.’
De studenten die ik zie, zeggen ook: wij willen in het Engels les hebben
‘De combinatie van Nederlands en Engels zou het mooiste zijn. De meeste Nederlanders spreken redelijk goed Engels. Alles is Engels aan het worden, computertaal is in het Engels, kinderen spreken redelijk Engels. Op middelbare scholen worden leerlingen klaargestoomd in het Engels. En dan zeggen wij: op het hoogste niveau gaan wij in het Nederlands praten… De studenten die ik zie, zeggen ook: wij willen in het Engels les hebben. Zij spreken heel goed Engels, dat is een andere generatie.’
Meer Nederlandse colleges betekent meer Nederlandse docenten. Waar haal je die vandaan?
‘Die zijn er niet. Dus hebben wij wel een Engels sprekende staf die deze druk voelt – en dat vinden ze niet leuk, zo blijkt ook uit de enquête – en misschien moeten ze dan straks in het Nederlands doceren. Dat is best lastig, maar dat willen ze echt wel. En ik denk ook dat wij wel eisen mogen stellen. Dus daarover moeten we met elkaar in gesprek hoe we dat kunnen oplossen. Dat hebben we tot nu toe natuurlijk nooit gedaan.’
U zegt ook: Groningen – een krimpregio – heeft internationals keihard nodig.
‘De gaswinning houdt op. Dus we moeten – de universiteit, het UMCG en andere partners – andere werkgelegenheid creëren, andere economische activiteiten. Dan heb je talent nodig. Dat wordt voor krimpregio’s, zoals hier in Groningen, wel een lastig verhaal. Dat zie je als je naar de kaart kijkt: Groningen, Twente, Maastricht. Dat bedoel ik met de variëteit tussen de universiteiten. Je kan wel zeggen: hier is een algemene wet, maar dat is heel moeilijk te regelen, want sommige universiteiten groeien nog, anderen willen stabiliseren en anderen beginnen te krimpen. Hoe doe je dat precies? Dat is ook de worsteling voor de minister.’
‘Kijk naar Denemarken. Twee jaar geleden heeft de politiek de migratie aan banden gelegd. Daar komen ze nu op terug, omdat ze merken dat dit enorme consequenties heeft voor het aantrekken van mensen en talent. Werkgevers zeggen: wij kunnen geen mensen krijgen, dus we hebben de internationals nodig.’
‘Wat ik het probleem vind met Pieter Omtzigt en zijn Nieuw Sociaal Contract: Hij heeft internationale studenten onder het migratiebeleid gebracht. Dus als je het hebt over een maximum van 50.000 migranten die je wilt toelaten in Nederland, dan heb je het ook over studenten. Ik weet niet waar dat getal vandaan komt, maar dat heb je snel gevuld. Je kunt het politiek slim vinden, maar ik vind het niet terecht.’