Onderwijs
Test jouw geheugen

Privéleraar op je computer

Slimmer stampen

Ook vaak nog de avond voor een tentamen aan het stampen? Dat kan slimmer, volgens cognitief psycholoog Maarten van der Velde. Hij ontwikkelde een programma dat je helpt om efficiënt te leren. ‘Als je maar tien minuten hebt om te studeren, kun je beter MemoryLab gebruiken dan door je boek bladeren.’
Door Alexandre Torres
16 oktober om 10:42 uur.
Laatst gewijzigd op 17 oktober 2023
om 14:15 uur.
oktober 16 at 10:42 AM.
Last modified on oktober 17, 2023
at 14:15 PM.

Tijdens een tentamenperiode komt de UB tot leven. Dan zit de bibliotheek propvol vermoeide studenten die zenuwachtig hun aantekeningen doornemen en stapels boeken doorspitten. Je kunt de stoom bijna uit hun hoofd zien komen.

Het staat buiten kijf dat RUG-studenten hard werken en vaak lange dagen maken. Maar studeren ze ook op de juiste manier?

Het antwoord op die vraag luidt ‘nee’, blijkt uit recent onderzoek van cognitief psycholoog Maarten van der Velde. Maar hij hoopt dat hij met behulp van zijn inzichten studenten kan helpen om de manier waarop ze leren te optimaliseren. ‘We weten misschien niet alles over de werking van het brein’, zegt Van der Velde, ‘maar we weten best veel over hoe je beter kunt leren. En dat heeft voor een groot deel te maken met hoe je de tijd die je studeert structureert.’   

Backupstrategie

Volgens Van der Velde maken veel studenten de fout om vlak voor een tentamen te gaan stampen. ‘Vaak is het een soort backupstrategie’, legt hij uit. ‘Je begint het semester met allerlei goede voornemens, maar dan ben je druk met andere dingen en gaat het studeren niet zoals je had gepland. Dus dan moet je vlak voor het tentamen nog flink blokken.’

Je haalt het vak wel, maar een paar maanden later weet je bijna niets meer

Het lijkt misschien alsof die strategie werkt, maar dat is vaak maar tijdelijk. ‘Je haalt het vak dan wel, maar een paar maanden later weet je bijna niets meer. Dat is zonde, want zo hoeft het niet te gaan.’

Een manier om dit probleem op te lossen, denken Van der Velde en zijn collega’s, is door computerprogramma’s te gebruiken die studenten efficiënter laten studeren. Ze hebben de afgelopen jaren gewerkt aan het softwareprogramma Memorylab, dat voor de studenten beslist welke stof ze moeten bestuderen om hun studeersessie te optimaliseren – een soort digitale privéleraar.  

Vorderingen bijhouden

Memorylab werkt door de vorderingen en behoeften van de gebruiker bij te houden. ‘Het stelt een gesloten vraag en kijkt of je het goed of fout hebt en hoe lang je nodig had om antwoord te geven’, legt Van der Velde uit. ‘Als je een vraag snel en correct beantwoordt, ligt het voor de hand dat je de stof beter kent dan als je er erg lang over deed.’  

Met behulp van deze data kan Memorylab voorspellen hoe waarschijnlijk het is dat een student de informatie gaat onthouden. ‘En dan kan ons algoritme aanbevelingen doen’, zegt Van der Velde. ‘Misschien moet je deze stof nog wat beter bestuderen, om er zeker van te zijn dat je het morgen ook nog weet. En die stof ken je al goed genoeg, dus die hoef je niet meer te bestuderen.’

Als je een vraag snel beantwoordt, ken je de stof waarschijnlijk

Memorylab moedigt studenten ook aan om verspreid over meerdere dagen te leren, door ze punten te geven als ze dezelfde stof meer dan eens bestuderen. Die methode is gebaseerd op inzichten uit de cognitieve psychologie en zorgt ervoor dat de kans groter is dat informatie effectief in de hersenen opgeslagen wordt.   

Van der Velde denkt dat dit studenten gaat helpen hun tijd het beste te gebruiken, zelfs als ze het druk hebben. ‘We weten dat deze strategieën effectief zijn’, stelt hij. ‘Als je maar tien minuten per dag hebt om te studeren, kun je beter Memorylab gebruiken dan door je boek bladeren.’ 

Zelf bepalen

Voor zijn onderzoek integreerde Van der Velde Memorylab in een aantal vakken. ‘We wilden zien hoe dit werkte in de praktijk.’ 

Eerder liet hij studenten zelf bepalen of, wanneer en hoe ze de software gebruikten. De resultaten waren duidelijk: ‘Studenten die hetzelfde hoofdstuk op meerdere dagen bestudeerden, scoorden veel beter op het tentamen.’  

Wat vinden studenten ervan dat ze de controle uit handen geven? 

Hoewel de uitkomsten dus positief waren, viel het Van der Velde op dat veel studenten alsnog pas vlak voor het tentamen gingen blokken. Daarom heeft hij in zijn nieuwe onderzoeken specifiekere richtlijnen toegevoegd over de manier waarop studenten de software moeten gebruiken. Maar dat deed hij niet lichtvaardig: ‘We moeten ook de emotionele kant in aanmerking nemen. Wat vinden studenten ervan dat ze de controle uit handen geven aan een geautomatiseerd systeem? Zullen ze wel vertrouwen hebben in het programma? Het is een complexe kwestie.’

Beoordelen

Zijn werk kan niet alleen de leertijd optimaliseren, maar ook de manier verbeteren waarop studenten  beoordeeld worden. ‘Soms gaat het prima in aanloop naar een tentamen, maar zijn studenten nerveus op de dag zelf, of hebben ze slecht geslapen’, legt hij uit. ‘Dan zou een tentamen niet het volledige cijfer moeten bepalen.’ 

Memorylab zou kunnen helpen om de druk van de ketel te halen bij tentamens. Simpel gezegd, als een softwareprogramma betrouwbaar kan vaststellen dat een student iets heeft geleerd, zijn tentamens minder nodig, aldus Van der Velde. ‘In veel gevallen kun je de tentamens schrappen, of ze in elk geval minder zwaar laten wegen’, zegt hij. Dat zou wel een radicale verandering zijn, geeft hij toe. ‘Je moet dan wel veel mensen zien te overtuigen.’ 

De volgende stap voor Van der Velde: Memorylab toegankelijker maken. ‘We zijn nu aan het kijken hoe we studenten met leerproblemen beter kunnen ondersteunen’, zegt hij. ‘Als een student dyslexie heeft, bijvoorbeeld, en twee letters verwisselt, willen we nog steeds kunnen zien dat die wel het juiste antwoord weet. Dan zou de spelling er niet zoveel toe doen.’

Zijn motivatie vindt hij in de impact die zijn werk op het onderwijsveld kan hebben. ‘Als ons systeem door alle studenten op de universiteit gebruikt wordt en zelfs daarbuiten, zou dat een echte impact hebben op hoe mensen leren’, zegt hij. ‘Dat heb je niet altijd met wetenschappelijk onderzoek en dat vind ik er mooi aan.’

Engels