Studie-appgroepen zijn veel te druk
Niet nog meer berichtjes!
Een paar jaar geleden las Marc Esteve Del Valle een cv waarop een nogal opmerkelijke competentie werd benoemd: ‘Ik kan veel WhatsApp-groepen tegelijk bijhouden, stond er’, weet de docent media en journalistiek nog. ‘Ik vond dat aanvankelijk grappig, maar niet ter zake doende. Maar misschien’, grinnikt hij, ‘was deze persoon wel een visionair.’
Want WhatsApp-groepen bij kunnen houden is een uiterst relevante vaardigheid geworden voor RUG-studenten. Elke studie, elk jaar, elk vak heeft zijn eigen appgroep, waarin vaak honderden mensen zitten.
‘Ik zit in minstens vijf universiteitsgroepen die tot wel 150 leden hebben’, zegt informaticastudent Nadia Rocco (22).
‘Ik zit in vijf tot zeven appgroepen’, schat Tudor Dumitru (35). In de belangrijkste groep van zijn studie kunst, cultuur en media (KCM) zitten zo’n 150 tot 200 mensen.
Honderden berichten
Al die groepen bij elkaar zijn goed voor tientallen tot zelfs honderden berichten per dag, afhankelijk van wat er gaande is bij het vak. Psychologiestudent Nykyta Puotkalis (22) krijg op een doorsnee dag maximaal zo’n vijftig appjes. ‘Maar in tentamentijd zijn dat er veel meer, iets van honderd tot honderdvijftig.’
‘Het is onmogelijk om bij te blijven in de tentamenweken’, zegt Nadia. ‘Als je spam en tentamenperiodes meerekent krijg ik soms wel vijfhonderd berichten per dag’, zegt Tudor over zijn KCM-groep.
Het is onmogelijk om bij te blijven in de tentamenweken
Een ding is zeker: geen enkele student kan zoveel berichten bijhouden. Esteve Del Valle heeft de WhatsApp-communicatie van jongeren in diverse landen onderzocht en stelde vast dat de stortvloed aan content een probleem is dat zich niet beperkt tot één cultuur, maar wel tot deze specifieke generatie. ‘De mensen die we interviewden waren doodmoe door hun WhatsApp-gebruik, ze konden die stroom aan informatie niet verwerken. Als je beter kijkt naar hoe mensen WhatsApp gebruiken, is dat best eng.’
En toch is het moeilijk om de app te negeren. ‘Studenten melden dat ze WhatsApp altijd open hebben staan op een tweede scherm; de perfecte manier om constant afgeleid te worden’, zegt hij. Het ergste is nog wel dat mensen nauwelijks beseffen hoeveel tijd ze eigenlijk kwijt zijn aan het sturen en lezen van berichtjes. Velen beschouwen WhatsApp niet eens als sociaal medium en er wordt lang niet zo kritisch naar gekeken als naar bijvoorbeeld Instagram en TikTok, die er duidelijker uitspringen als ‘slecht’.
Onrust
Dat er voortdurend berichten binnenkomen kan ook voor stress en onrust zorgen, denkt Esteve Del Valle. ‘WhatsApp heeft een bepaalde urgentie. Mensen hebben het gevoel dat ze moeten antwoorden. Als hun baas in de groep zit, willen ze laten zien dat ze er bovenop zitten.’
Nadia herkent dat. ‘De eerste paar dagen van een vak probeer ik alle berichten en informatie bij te houden’, zegt ze. ‘Als je niet in een groep zit, loop je dingen mis.’
Maar na een paar dagen verandert die angst om dingen te missen in de wens om dingen te missen. ‘Dan denk ik: dit is gewoon veel te veel info die ik niet nodig heb’, zegt Nadia. Ze voelt zich overstelpt door de binnenstromende appjes en raakt gestrest en geïrriteerd.
Triviaal
Wat haar ook stoort is hoe triviaal de meeste gesprekken zijn. ‘Mensen vragen dingen die al beantwoord zijn in de groep. Het is gewoon het recyclen van informatie’, zegt ze.
‘Soms stellen mensen onnodige vragen’, beaamt Nykyta. ‘Waar is het tentamen? Hoe laat is het tentamen?’ De antwoorden op de meeste vragen kunnen in Brightspace gevonden worden, maar WhatsApp is makkelijker, denkt hij. Nadia vermoedt dat je dan sneller antwoord hebt omdat Brightspace voor elk vak een net andere layout heeft.
Waarom sturen mensen berichtjes om twee uur ’s nachts?
En dan zijn er nog alle ongepaste berichten, van spam en reclame tot appjes die een politieke overtuiging pushen. ‘Er zijn altijd wel mensen die hun advertenties in de groep zetten’, zegt Nykyta. Zulke ‘fatische’ communicatie – vooral ingezet voor de sociale verhoudingen en niet om informatie over te dragen – zie je typisch in grotere groepen met zwakkere onderlinge verbanden, terwijl je in kleinere groepen meer echte discussies ziet, zegt Esteve Del Valle: ‘Het gesprek gaat dieper en er is meer steun.’
Scheidslijn
Die constante stroom informatie zorgt ervoor dat je de universiteit nooit even kunt vergeten. ‘Waarom zijn er mensen die om twee uur ’s nachts een berichtje sturen naar de studie-appgroep?’ vraagt Nadia zich af. ‘Het zou fijn zijn om een soort scheidslijn te hebben: dit hoort bij de studie, dit is vrije tijd. Als ik ’s avonds laat op mijn telefoon kijk kan het me echt even te veel worden: zou ik nu met studiedingen bezig moeten zijn?’
‘Het geeft me het gevoel dat ik constant op de hoogte moet zijn, en vooral tijdens tentamens leidt het heel erg af’, zegt Nykyta. ‘Ik wil die berichten niet op mijn scherm zien verschijnen. Ik vind niet dat je 24 uur per dag beschikbaar zou moeten zijn.’
Soms loopt het zelfs uit de hand in een appgroep, vertelt Nadia, zoals wanneer mensen ruzie krijgen. ‘Je studeert aan de universiteit, dat soort appjes moet je niet sturen.’ Er zou iemand moeten zijn die het gesprek modereert, vindt ze, of ten minste wat regels.
Nazigrappen
Tudor ziet ongepaste berichten als een groeiend probleem. Hij stuitte in appgroepen op nazigrappen en memes over specifieke mensen en zag zelfs hoe mensen uitgesloten werden. ‘Soms richten mensen zich speciaal op de berichten van een bepaald persoon of krijgt iemand juist geen antwoord’, zegt hij.
Ik vind niet dat je 24 uur per dag beschikbaar zou moeten zijn
Deels om die reden heeft hij zelf het voortouw genomen om een groep voor zijn studie aan te maken, om er zo zeker van te kunnen zijn dat de gesprekken relevant en vriendelijk van toon blijven. ‘We hebben een nieuwe regel dat spam niet mag tijdens tentamens’, vertelt hij. ‘En we hebben natuurlijk een zerotolerancebeleid als het gaat om hatelijke berichten.’
Voor die tsunami aan appjes hebben Nadia, Nykyta en Tudor hun eigen oplossing: ze hebben de studiegerelateerde appgroepen overwegend op stil staan.
Heel verstandig, vindt Esteve Del Valle. Hij juicht het toe dat mensen hun telefoon wegleggen en denken: vanavond hebben ze me niet nodig. ‘Dat is geweldig.’ Hij is er vast van overtuigd dat mensen mediawijs gemaakt moeten worden, zodat ze zich bewuster worden van hun socialmediagebruik: hoeveel tijd ze eraan besteden, met wie ze contact hebben en hoe ze hun gedrag in eigen handen kunnen nemen. ‘Mensen zouden moeten nadenken over hun mediadieet, het soort media dat we dagelijks tot ons nemen. Misschien hebben we in de toekomst wel mediadiëtisten nodig. Mensen die ons waarschuwen: je hebt vandaag al te veel WhatsApp achter de kiezen.’