Van bierpong tot kratslag
De vijf beste drankspellen
5 Kratslag
Om af te trappen: een minder bekend, maar daarom niet minder leuk drankspel. Kratslag haalt de lijst nipt, omdat je er – in tegenstelling tot een andere persoonlijke favoriet, Stef Stuntpiloot – alleen maar wat kratten bier en een hoop joligheid voor nodig hebt.
Kratslag lijkt op zeeslag. In plaats van schepen gebruik je gevulde biertjes, die je in rijen van twee of drie in een krat stopt waar je dan op gaat zitten. Je raadt bij elkaar in welk vakje een vol flesje zit. Goed gegokt? Dan moet de speler het flesje adten. Een populair spel tijdens de lockdowns, want je kunt het ook spelen via een videoverbinding.
Op afstand
Zo heeft ook Daniel Antuma (20), student econometrics and operational research, het spel ontdekt. ‘Ik kende het zelf eerst niet, maar vrienden van vroeger die in Rotterdam studeren kwamen ermee. We spraken af om het online te doen’, vertelt hij. ‘Het is eigenlijk een heel simpel spel, gewoon een kwestie van gokken, maar ook heel vermakelijk’, prijst hij kratslag aan. ‘En het was heel leuk om op afstand te spelen.’
Volgens student kunstmatige intelligentie Jonathan Oosterhuis (21) kent het spel de nodige voordelen. ‘Je hebt er geen goede motoriek voor nodig en dat is een voordeel ten opzichte van bierpong of doppen. Bovendien duurt het niet lang voor je raak schiet.’
Dat heeft Boris ter Beek (20 jaar), student wiskunde en Grieks en Latijn, geweten. ‘Elke strike was bij ons een bak, dus dat was echt grof zuipen. We moesten op een gegeven moment ook een break inlassen. Van het einde weet ik niet veel meer. Het is wonderlijk dat ik dat overleefd heb.’
4 Kingsen
Op plek 4 zet ik kingsen. Waarom? Het is meer een gezelschapsspel dan veel andere drankspellen. Kingsen speel je met een kaartenset die in een cirkel rondom een leeg glas – de King’s Cup of koningsad – wordt neergelegd. Uiteindelijk moet de verliezer het glas leegdrinken. Het spel kent allerlei verschillende opdrachten en kleinere minispellen, die de spelers zelf afspreken.
‘Het vraagt ook echt creativiteit en je hebt contact met mensen’, zegt geneeskundestudent Reinier Alberts (25). ‘Ooit was er een opdracht waarbij we degene moesten nadoen die een bepaalde kaart trok. Die gast ging gewoon in een wc-hokje staan. Iedereen moest volgen. Toen hebben we tien man in een wc-hokje gepropt om maar niet te hoeven drinken. Schitterend.’
Smerig
Rechtenstudent Henk de Vries (19) maakte ooit een verschrikkelijke koningsad mee. ‘Er zat yoghurt in, vodka en jus d’orange. Dat glas moest ik toen leegdrinken. Dat ik weet ik nog goed’, lacht hij. ‘Zo ontzettend smerig. Het was dik spul, dat krijg je niet zomaar weg.’
Menno Velthuis (27), die geschiedenis studeert, speelde ooit een potje kingsen waarbij een drankregel voor hem was uitgekozen dat hij met zijn pink omhoog moest drinken. ‘Dat doe ik nu nog steeds standaard met elk biertje, ik heb geen idee waarom die houding er gewoon in is gebleven.’
3 Mexen
Het brons in mijn top vijf is een spel dat bijna elke student in Groningen wel kent: mexen. Niet voor niets een klassieker, je hebt immers alleen twee dobbelstenen nodig. En heel veel bier natuurlijk. Het doel is om zo vaak mogelijk mex te gooien, met een 2 en een 1. Ik vind dit spel geweldig omdat je het altijd en overal kunt spelen. Jarenlang had ik standaard twee dobbelstenen in de binnenzak van mijn jas.
Daniel is ook fan van mexen. ‘Ik vind het leuk omdat het wat relaxter is. Je speelt het zodat je niet alleen maar in een kringetje aan het praten bent, maar ondertussen iets kunt doen’, legt hij uit. ‘Het is hetzelfde als samen gaan wandelen in plaats van op de bank te zitten.’
Mexen kent nogal wat verschillende variaties. Dat valt de geschiedenis- en filosofiestudent Jesse Dusseljee (23) ook op. ‘Iedereen gebruikt altijd andere regels. De discussie over de regels hoort er eigenlijk bij, daar kan ik wel om lachen’, zegt hij.
136 slokken
Als het woord mexen valt, moet Reinier direct denken aan zijn bestuursjaar. ‘We gingen bij een consti een potje mexen toen de voorzitter van het KEI-bestuur erbij kwam staan en vroeg of hij ook mee mocht doen. Is goed, zeiden we, maar dan moet je dubbel drinken. Hij komt in de superronde terecht. En daarna weer. En daarna weer. Uiteindelijk moest hij 136 slokken drinken.’ Lachend: ‘Hij heeft toen drie bakken getrokken en dacht: ik houd het niet meer. Dus toen is-ie na een ronde meteen weer vertrokken.’
Boris heeft het zelfs nog bonter meegemaakt. ‘Ooit moest iemand 1024 slokken nemen, dat was echt gruwelijk. Dat kwam ook door meerdere superrondes, waarin ook steeds weer mex werd gegooid. We wisten niet zo goed wat we ermee aan moesten, moest het slachtoffer dan een heel krat leegdrinken? We hebben het toen maar omgezet in anytimers.’
2 Doppen
De opdracht bij doppen lijkt eenvoudig. Op tafel staan vier glazen met bier in een vierkant tegen elkaar. Je moet een dopje in een van de glazen mikken door je hand tegen de tafelrand te tikken en het dopje vanaf je handpalm te lanceren. Toch is dat moeilijker dan het lijkt, en juist daarom is het spel zo verslavend. Doppen haalt de tweede plek in mijn top vijf.
Henk speelt het vaak als hij gaat indrinken. ‘Het is heel geschikt om de avond op gang te brengen en in de juiste sfeer te komen’, vindt hij. ‘Ik speelde eens een potje waarbij iedereen vier rondjes achter elkaar alleen maar raak gooide. Dat was echt bizar, mensen werden helemaal gek. Uiteindelijk hebben we toen solidair mee gedronken met de verliezer.’
Flexibel
Volgens rechtenstudent Thomas Langeler (23) heeft doppen als voordeel dat het een flexibel spel is. ‘Je kunt het aan een grote tafel spelen, maar ook in een zithoek aan een koffietafeltje. En je bepaalt zelf hoe vol je de glazen vult en kunt eruit stappen als je denkt: ik ben een beetje zatjes.’
Doppen kan namelijk een verraderlijk spel zijn als veel mensen raak mikken. ‘De brakste dag van mijn leven had ik na een avond doppen. Elke schommeling in de trein was een risico om over mijn nek te gaan. Ik denk dat doppen by far het snelste en meest agressieve drankspel is. Bij bierpong drink je ook veel, maar het gaat langzamer’, zegt Boris.
Techniek
Thomas Velvis (22), die wijsbegeerte studeert, dopt desondanks graag. Hij heeft tips om uit te kunnen blinken. ‘Als de tafel heel dik is, moet je een groot stuk overbruggen en met een boog mikken. Als de tafel dunner is, kun je met een goede handbeweging het dopje als het ware in een glas leggen.’
Over de beste techniek om het dopje te werpen bestaat volgens hem discussie onder liefhebbers. ‘Ik leg het dopje met de kartelrand op mijn palm, zodat-ie minder makkelijk blijft plakken. En ik mik hoog, zodat je minder kans hebt dat het dopje tegen de rand van het glas stuitert.’
1 Bierpong
In mijn top vijf kan er maar een spel op nummer 1 eindigen. Bierpong komt er voor mij zonder twijfel als winnaar uit. Veel studenten spelen het drankspel, dat is komen overwaaien uit Amerika, op huisfeestjes. Het is zo populair vanwege het sportieve en competitieve element. En dat is ook precies de reden dat ik er zo gek op ben.
Ik ben niet de enige: Daniel staat er bij zijn vrienden om bekend erg goed in het spelletje te zijn. Vorige week woensdag won hij nog een bierpongtoernooi. Niet verrassend, want hij speelt het spel zelfs met zijn familie. ‘Mijn vader is bloedfanatiek. Hij wint meestal ook, omdat hij vanwege een glutenallergie minder mag drinken.’
Trickshot
Menno heeft ook aardig wat uren in bierpong zitten. Ooit won hij zelfs met 10-0. Het potje duurde slechts twee minuten. ‘Mijn partner en ik hadden toen na welgeteld drie keer gooien al gewonnen.’ Hij gooide ook een keer de laatste beker raak met een trickshot achter zijn rug langs. ‘Toen ben ik opgetild en door de sociëteit getild alsof ik de Champions League had gewonnen.’
Jesse speelde elke week bierpong met zijn sociëteitsbestuur. Ze hielden zelfs een klassement bij, met scores voor overwinningen en aantal raak gegooide bekers. ‘Dat loopt nog steeds door, ook al is ons bestuursjaar allang afgelopen.’
Loskomen
Maar bierpong kun je natuurlijk ook minder competitief spelen. ‘Stel, je bent op een huisfeest met mensen die je niet zo goed kent, dan is het een manier om de ongemakkelijke sfeer weg te krijgen’, legt student bewegingswetenschappen Anne Mae Schokker (20) uit. ‘Het is een leuk spel om fysiek bezig te zijn en een beetje los te komen.’
Ook Jelger Bijma (23), student natuurkunde, neemt het spel iets minder serieus. ‘Ik deed aan hetzelfde toernooi mee als Daniel, maar lag er in de eerste ronde al uit. Ik vind het altijd wel leuk, maar ben er geen ster in. Maar raak gooien is winnen en drinken is winnen. Dat is het voordeel van bierpong.’