De RUG heeft dinsdag per direct alle banden met niet-universitaire Russische partners bevroren, waaronder het grote en machtige aardgasbedrijf Gazprom.
In een korte verklaring schrijft de RUG dat voor ‘de samenwerking met kennisinstellingen in Rusland de RUG het landelijk beleid zal volgen’. Koepelorganisatie Universiteiten van Nederland (UNL, voorheen VSNU) praat namens alle universiteiten hierover met de regering in Den Haag, licht RUG-woordvoerder Anja Hulshof toe.
‘Er worden op dit moment allerlei sancties opgelegd en geformuleerd’, zegt ze. ‘Zo zou het ook kunnen dat er sancties komen op het uitwisselen van kennis en dus onderzoek en onderwijs.’
Dat gebeurde afgelopen vrijdag al in Duitsland, waar de regering alle Duitse wetenschapsorganisaties opriep alle banden met Rusland te bevriezen. Als zulke sancties ook door de Nederlandse regering worden ingevoerd, zal de RUG er direct naar handelen. ‘Maar op dit moment is dat nog niet het geval.’
Gazprom
Wel besluit de universiteit alle niet-universitaire samenwerkingen te bevriezen. Een belangrijke daarvan is die met het Russische aardgasbedrijf Gazprom in het Energy Delta Insitute.
Deze ‘energy business school’ werd in 2002 opgezet door de RUG, Gazprom en de Gasunie. Het doel was om kennis en praktijk van de energiesector samen te brengen. Sinds 2017 is het onderdeel van de New Energy Coalition, waarin vooral wordt ingezet op de energietransitie.
‘Gazprom is een van de founding fathers’, zegt Hulshof over de breuk. ‘En daar zijn nu de banden mee verbroken.’
Ruslandcentrum
Naast bovengenoemde samenwerkingen, zijn er nog het Nederland-Ruslandcentrum (NRCe) en het Centre for Russian Studies (CRS). Beide centra worden bestuurd door Ruslandexpert en RUG-hoogleraar Hans van Koningsbrugge.
Het NRCe werd bij de oprichting voor een belangrijk deel gefinancierd door de houdstermaatschappij van de RUG, de commerciële tak van de uni. De taak van het centrum is om contacten tussen bedrijven, overheid, culturele en universitaire organisaties tussen Nederland en Rusland te stimuleren.
Volgens een verklaring van Van Koningsbrugge op de website van het NRCe probeert het centrum op dit moment ‘de Nederlandse samenleving te helpen de ontwikkelingen te begrijpen en onze klanten te ondersteunen in te spelen op de huidige situatie.’
Niet zonder gevolgen
Hij veroordeelt namens het hele centrum ‘iedere agressieve handeling van de Russische regering tegen Oekraïne’. Volgens Van Koningsbrugge is het ‘glashelder dat deze grootschalige schending van de soevereiniteit van Oekraïne niet zonder gevolgen kan blijven.’
Een bericht van dezelfde strekking is ook te lezen op de website van het CRS. Als documentatiecentrum dat zich vooral bezighoudt met onderzoek en onderwijs binnen de RUG, richt het CRS zich nu op het bespreekbaar maken van alle ontwikkelingen. Volgens de verklaring kan ‘een beter begrip van de Oekraïense en Russische geschiedenis, taal en cultuur’ daar hulp in bieden.
Geschokt
De RUG zegt geschokt te zijn door de Russische inval en ‘staat in nauw contact met onze Oekraïense en Russische studenten en medewerkers, evenals studenten van Oekraïense universiteiten die hier als onderdeel van een uitwisseling zijn’.
De uni probeert zo goed en zo kwaad beide groepen te ondersteunen. ‘We houden goed in de gaten hoe onze medewerkers en studenten mogelijk worden geraakt door ingestelde sancties.’
Ook werkt de universiteit aan een noodfonds, zodat waar nodig financiële steun kan worden geboden. ‘Tevens doen we mee aan Scholars at Risk’, zegt Hulshof. ‘We hebben vorige maand nog een bedreigde wetenschapper geplaatst binnen de RUG.’