Petitie voor compensatie collegegeld kan naar Tweede Kamer
Meer dan 45.000 handtekeningen gezet
Petitie voor compensatie collegegeld kan naar Kamer
Zij hebben de petitie van Compenseer Collegegeld NU! ondertekend en daarmee heeft de actiegroep de beoogde 40.000 handtekeningen opgehaald. Dat aantal is nodig om een burgerinitiatief in te dienen bij de Tweede Kamer.
‘Het is enorm geëxplodeerd’, zegt mede-initiatiefnemer Jerom Maat. ‘Dat hadden we zo snel niet verwacht.’ Een week geleden stond de teller nog op zo’n vijfduizend handtekeningen. Na extra media-aandacht vorige week, lijkt de petitie nu in het vizier van tienduizenden studenten te zijn gekomen.
Volledige kwijtschelding
‘We hebben zondag een spoedoverlegje georganiseerd, omdat het ineens zo snel ging’, zegt Maat. ‘Nu gaan we een brief opstellen waarin we beschrijven dat we een verandering willen in het Nationaal Programma Onderwijs.’ De organisatie wil dat studenten volgend jaar volledige kwijtschelding van het collegegeld krijgen, in plaats van een korting van vijftig procent.
Ook moeten alle studenten worden gecompenseerd. ‘Nu krijgen alleen degenen die doorstuderen de korting en vallen er dus opnieuw mensen buiten de boot. Als je vertraging hebt opgelopen of niet in je laatste jaar zit krijg je de korting, maar als je dit jaar gewoon je studie afrondt krijg je dus niets.’
Optimistisch
Maat is optimistisch over de kansen. ‘We schrijven deze week de brief en sturen die op. Dan kan het best even duren voor we uitgenodigd worden om de petitie te overhandigen, maar dan moet het wel opnieuw door de Kamer worden besproken.’
Omdat in februari een meerderheid van de Kamer voor een collegegeldvrij jaar was, denkt Maat dat er nog iets aan de compensatie gedaan kan worden. ‘De Kamer zal er waarschijnlijk nog ongeveer hetzelfde instaan. En als ze iets voor het onderwijs willen doen, mogen ze ons niet vergeten.’
Maat hoopt ook een manifestatie te organiseren. ‘Op die manier kunnen we laten zien dat het niet symbolisch is, maar dat er echte studenten achter de petitie staan.’