Docent controleert student om fraude uit te sluiten
Docent controleert student om fraude uit te sluiten
Yoon Hee Bakker studeert international business is al meerdere keren gebeld na een tentamen. In sommige gevallen wilde de examinator alleen maar haar studentenkaart en haar ID zien. Soms moest ze ook echt vragen beantwoorden.
‘Ze vroegen me bijvoorbeeld wat voor bedrijf werd beschreven in een bepaalde vraag’, zegt ze. ‘Verkocht het bedrijf bier of wijn? Fietsen of auto’s? Alleen let je tijdens een tentamen helemaal niet op dat soort details, aangezien ze niks te maken hebben met de berekening die je moet maken.’
Ze legde alles zo goed mogelijk uit, en dat was gelukkig genoeg. Ze vond de vragen wel een beetje stom, aangezien ze er alleen maar op gericht waren om te verifiëren dat ze de tentamenvragen had gelezen. ‘Alsof je het antwoord niet ook zou weten als je het tentamen niet zelf gemaakt had’, zegt ze.
Geen goed antwoord
Natuurkundestudent Ellis de Wit moest haar docent bellen na haar tentamen over elektriciteit en magnetisme. Ze moest hem vertellen hoe de eerste oefening ging en hoe ze die had opgelost. ‘Het was een vraag die ik niet helemaal begreep, dus ik kon niet echt een goed antwoord geven.’ Maar haar onzekerheid was bewijs genoeg voor de examinator dat ze geen fraude had gepleegd.
Faculteiten aan de universiteit doen wat ze kunnen om fraude bij online tentamens te voorkomen. De tentamens zijn korter. De volgorde van de vragen staan vast zodat studenten niet iemand anders om hulp kunnen vragen en dan terugkeren naar de vragen. En steeds meer docenten bellen hun studenten achteraf om fraude uit te kunnen sluiten.
Geen tweede tentamen
Maxim Pchenitchnikov, de docent van Ellis, zegt dat het telefoontje absoluut niet als tweede tentamen moet worden gezien. Als een student een vraag niet kan beantwoorden, heeft dat geen gevolgen. ‘Soms kwam een student met een verkeerde uitleg aan, waardoor het duidelijk was dat ze de vraag zelf had beantwoord.’
Het gaat om de manier waarop ze antwoorden, niet het antwoord zelf. ‘Ik vraag vaak welke vraag ze het makkelijkst of het moeilijks vonden, en dan kan de student uitleggen hoe ze het hebben aangepakt.’
Hij denkt dat hij het wel zou merken als studenten elkaars antwoorden hadden gekopieerd. ‘Maar als ze samenwerken om een probleem op te lossen dat ze allebei begrijpen, dan zou ik het natuurlijk niet doorhebben.’
Algemene vragen
André de Hoogh, docent en lid van de examencommissie bij de rechtenfaculteit, heeft nog geen enkele student betrapt op fraude bij het videobellen. ‘Ik vraag ze wat algemene vragen over wat er op het tentamen stond.’ Vervolgens vergelijkt hij hun antwoorden met de antwoorden die ze op het tentamen gaven.
Hij weet dat het geen waterdichte methode is. ‘Natuurlijk is er nog altijd een mogelijkheid dat de studenten met anderen hebben gecommuniceerd. Maar het is een van de manieren waarop we het moeilijk maken om fraude te plegen.’
Zijn college Jonida Milaj-Weishaar besloot haar studenten heel simpele vragen te stellen: wat vond je van het tentamen? Had je genoeg tijd? Wat vond je van de vragen?
Ze weet dat ze alleen maar af kan gaan op de indruk die ze krijgt. Studenten zijn nou eenmaal een beetje gestrest na een tentamen en soms weten ze niet helemaal meer wat ze allemaal hebben opgeschreven. ‘Heb ik het gevoel dat een student het tentamen zelf heeft gemaakt, of niet? Dat is alles wat ik kan doen. We zijn tenslotte geen detectives.’