‘Iedereen die zo hard werkt is docent van het jaar’
Psycholoog zegt ‘nee’ tegen nominatie
Opinie: ‘Iedereen die zo hard werkt is docent van het jaar’
Toen de ‘intelligente lockdown’ begon, was ook mijn vak theory of science voor tweedejaars psychologiestudenten net van start gegaan. We mochten per ommegaande niet meer naar de collegezaal. Hoe moesten we de 568 studenten goed opleiden?
Ik besloot dat een livestream – voor zo’n groot aantal studenten sowieso een technisch risico – weinig zou toevoegen: een stel slides met daarnaast een klein venster waarin je een mannetje thuis achter zijn computer ziet zitten. Daarom nam ik iedere maandag een podcast op waarin ik de studenten door de slides heen praatte.
Op dinsdagmiddag, tijdens de reguliere collegetijd, volgde een live sessie waarin studenten vragen konden stellen. En in plaats van het multiplechoicetentamen aan het einde van het blok kregen studenten wekelijks groepsopdrachten.
Hoogtepunt
Het vak geef ik sinds 2010 elk jaar, maar deze keer was het heel anders. Zonder persoonlijk contact, maar mét opdrachten die wekelijks werden opgestuurd. Ik keek ze samen met twee student-assistenten na: telkens 96 groepen maal twee bladzijden.
Sommige studenten stuurden enthousiaste mails dat ze al naar de podcast van de volgende week uitkeken. Iemand noemde het zelfs zijn ‘hoogtepunt van de week’. De positieve feedback was ook duidelijk in de evaluatie te zien.
De persoonlijke prijs die ik hiervoor betaalde was echter hoog: van half april tot half juni werkte ik zeker zeventig uur per week. Het blok viel helaas samen met een aantal deadlines voor publicaties, waaronder mijn volgende boek. Aan het einde had ik zes weken lang zware rsi-klachten met pijn in mijn nek, schouder, arm en hand. Ik voelde het aankomen, maar besloot bewust door te zetten.
Ziek
Natuurlijk verheugde het me toen ik half september een mail ontving van de directie van het instituut psychologie dat ik vanwege mijn goede prestaties genomineerd zou worden voor de titel ‘Docent van het Jaar’. Maar nadat ik er een nacht over geslapen had zei ik ‘nee’. Toevallig verscheen op diezelfde dag een stuk van UKrant over onderzoekers die de universiteit verlaten.
Dit stelsel is ziek. Hoe hard we ook werken, de politici bedanken ons ieder jaar weer met nog meer bezuinigingen. Alleen op nieuwe bureaucratische regels zijn ze nooit zuinig! Zo moeten we ieder jaar met minder middelen meer presteren. We hebben de afgelopen jaren gediscussieerd, gedemonstreerd, geprotesteerd en sommigen hebben zelfs gestaakt. Wat heeft het opgeleverd? Het is rampzalig.
Gladiator
De verkiezing ‘Docent van het Jaar’ behoort volgens mij niet tot de taken van een universiteit. En na de nominatie van het instituut is het nog lang niet klaar: zoals gladiatoren in de arena moet je tegen collega’s strijden om dé docent van je faculteit te worden. Daarna volgt een ronde voor de hele universiteit. Gaat dit door tot ‘Teacher of the Universe’? Hebben we geen belangrijkere opdrachten? In deze tijden waarin wij, zoals werd berekend, samen al ruim tienduizend onbetaalde overuren draaien per week?
Er wordt vaak gezegd dat het in de wetenschap om samenwerking gaat. Ook het statuut dat de universiteiten zichzelf hebben gegeven, de Magna Charta Universitatum, benadrukt één verbonden gemeenschap. De RUG heeft dit in 1989 ondertekend – samen met inmiddels bijna 900 universiteiten uit 88 landen. Er wordt trouwens ook in uitgelegd dat universiteiten politiek en financieel onafhankelijk moeten zijn. Daarvoor zorgen lijkt me een essentiële taak. Docenten en onderzoekers in aparte groepjes splitsen juist niet. Voor mij is iedereen die zo hard werkt Docent van het Jaar.
Stephan Schleim is universitair hoofddocent theorie en geschiedenis van de psychologie aan de RUG.
In een eerder versie van dit artikel stond dat Stephan Schleim genomineerd was voor de verkiezing van Docent van het Jaar. De faculteit heeft die verkiezing echter inmiddels afgelast.