Wetenschappers waarschuwen kabinet voor corona-app
Wetenschappers waarschuwen kabinet voor corona-app
‘Een app klinkt mooi en technisch, maar ik ben bang dat het betrouwbaarder klinkt dan het daadwerkelijk kan zijn’, zegt Verbrugge.
Nederland overweegt om in navolging van landen als Singapore en China verschillende apps in te zetten in de strijd tegen het virus. Dit zou volgens het kabinet kunnen helpen bij het afschalen van de huidige maatregelen.
Een eerste test zou zo vroeg als deze week moeten beginnen. Er wordt gewerkt aan twee apps: eentje die de gebruiker laat weten of deze in de buurt van een besmet persoon is geweest en eentje waarin eventuele symptomen van Covid-19 kunnen worden bijgehouden en met medisch specialisten kunnen worden gedeeld.
Testcapaciteit
‘Dat klinkt mooi, maar die persoon moet dan nog altijd getest worden om zeker te weten dat het om een coronabesmetting gaat’, zegt Verbrugge. ‘Daarvoor moet allereerst de testcapaciteit omhoog. Als je naar mijn voorkeur vraagt, zeg ik: regel dat eerst.’
De betrouwbaarheid is slechts een van de punten waar een groep van zestig gerenommeerde experts op het gebied van computer- en datawetenschappen, kunstmatige intelligentie, recht, geneeskunde, sociale- en gedragswetenschappen, ethiek en beleid aandacht voor vraagt.
In een open brief aan het kabinet stellen zij dat er kritisch moet worden gekeken naar ‘het nut, de noodzaak en de effectiviteit van dergelijke apps’.
De onderzoekers zijn niet per definitie tegen het gebruik van een app, maar vinden dat het gebruik ‘in ieder geval tijdelijk, strikt noodzakelijk, proportioneel, controleerbaar, transparant en toetsbaar’ moet zijn. Bovendien stellen zij dat het gebruik van technologie ‘zelden de oplossing voor een bepaald probleem’ is.
Duidelijke kaders
‘Na de vliegtuigaanslag van 11 september 2001 dacht men ook: we moeten privacy wegstrepen tegen veiligheid’, zegt Verbrugge. Zo was er de wens om gegevens van reizigers vrij te kunnen inzien om het veiligheidsrisico te verkleinen. ‘Ik begeleidde toen een promovendus die aan een protocol werkte dat wel de profielen van mogelijke verdachten vrijgaf, zonder meteen de namen van alle passagiers te hoeven delen.’
Wat haar bijbleef is de noodzaak die mensen toen voelden om privacy ondergeschikt te maken aan de veiligheid. ‘Dat gebeurt nu eigenlijk ook, maar dan gaat het over de zorg en de economie. Het is natuurlijk een groot probleem, maar het is wel heel belangrijk dat daar duidelijke kaders voor worden gesteld. Zowel algemene kaders als procesmatige eisen.’
En daar zou een groot aantal van de ondertekenaars aan bij kunnen dragen, denkt Verbrugge. ‘Wij wetenschappers zijn natuurlijk niet snel tevreden, dus het zou toch minstens een jaar duren voor dergelijke apps echt bruikbaar zijn. Daar zou je met interdisciplinaire teams aan moeten werken in samenwerking met de GGD.’