Aangelijnd
Aangelijnd
Wanneer je op een vrijdagmiddag op het station van Groningen aan een willekeurige student vraagt waarom hij op weg is naar het ouderlijk huis, krijg je veelal dezelfde antwoorden: gezond en gratis eten, schoon wasgoed, het zien van vrienden en de warmte van het ouderlijk huis. In mijn geval tellen ook zeker de zes katten mee die mijn ouders in de loop van de jaren hebben verzameld.
Voor deze zes katten was het geen goede week. Een recent onderzoek concludeert dat loslopende katten verplicht zouden moeten worden aangelijnd, omdat zij een ‘verwoestend effect’ hebben op de omgeving door hun jachtgedrag en daarmee niet voldoen aan de wetgeving van de Europese Unie.
Wanneer ik echter, vooral ’s avonds, door de stad fiets, heeft Groningen volgens mij een veel groter probleem dan loslopende katten: dronken studenten.
Ze schreeuwen, zwalken, drinken, boeren, kotsen, pissen, duiken, vallen, staan op en gaan door: het lijkt bijna een nummer van Herman van Veen. En dat allemaal onder de noemer ‘drankjes en dansjes’, een term waar ik zonder uitzondering braakneigingen van krijg.
Thuis bij mijn ouders word ik door mijn katten verwelkomd met een dode muis
Is het een goed idee om elke student die meer dan drie drankjes op heeft verplicht aan te lijnen?
In mijn hoofd vormt zich een beeld van een zevental aangelijnde, mannelijke studenten: één nuchtere student die wanhopig probeert het zevenkoppige monster in bedwang te houden.
Het monster, jagend op soortgenoten van het andere geslacht, probeert zichzelf al schreeuwend los te wrikken om de zoektocht naar vrouwelijk wild voort te zetten. Op de achtergrond draait het nummer Who Let The Dogs Out.
Natuurlijk zit ik te overdrijven. Het valt ook allemaal wel een beetje mee. En mocht ik wel de behoefte hebben om de drankjes en dansjes te ontvluchten, dan kan ik altijd teruggaan naar het huis van mijn ouders.
Daar word ik door mijn katten met een dode muis verwelkomd en kan ik slapen in een schoon bed, gevuld met kattenhaar.