Onderzoek: Armoede onder samenwonende koppels onderschat
Armoede onder samenwonende koppels onderschat
De promovendus ontwikkelde een model dat de ongelijke verdeling van uitgaven en het gebruik van spullen meerekent. Door te kijken naar het individu, is het beeld van het welzijn van beide partners vollediger. Op 2 december promoveert hij op zijn onderzoek.
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) hanteert een armoedegrens van 1100 euro. Heb je minder te besteden, dan ben je arm. Maar willen beide leden van een samenwonend koppel dezelfde mate van welzijn, dan moet je uitgaan van een bedrag van tussen de 1425 en 1781 euro, constateert Van Leeuwen.
‘Wat je binnen dit bereik als juiste armoedegrens neemt, is een technische of politieke keuze. Het hangt ervan af in welke mate je rekening wilt houden met ongelijkheid binnen huishoudens.’
Armoedegrens
Het SCP hanteert een armoedegrens van 1390 euro voor koppels en gaat uit van de minimale behoeften van een alleenstaande tegenover die van een stel. Maar die grens is gebaseerd op een rapport uit 2014.
‘En er is een rare aanname dat uitgaven en spullen binnen huishoudens eerlijk worden gedeeld’, zegt Van Leeuwen. ‘Als de man 60 procent van de gekochte goederen gebruikt en de vrouw 40 procent, dan is de vrouw minder goed af. Dat is iets om mee te nemen in de armoedegrens.’
Ook constateert Van Leeuwen dat bij samenwonende koppels zonder kinderen de vrouwen meer invloed hebben op de uitgaven dan mannen. Dat gaat vooral over het aankopen van goederen. Hun rol is minder groot bij beslissingen over tijdsbesteding.