15 vrouwelijke hoogleraren aangesteld
Aletta Jacobsleerstoelen: 15 vrouwelijke hoogleraren
Door Rob Siebelink
By Rob Siebelink
Rector Cisca Wijmenga meldde op Internationale Vrouwendag in maart van dit jaar dat de RUG een inhaalslag wil maken door vijftien Aletta Jabobsstoelen speciaal voor vrouwen in te stellen. Dat aantal werd later uitgebreid naar zeventien.
De RUG zit al jaren iets onder het gemiddelde als het gaat om het aandeel vrouwelijke hoogleraren. Uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren die deze week verscheen, staat de RUG met 23 procent op een gedeelde zevende plek (samen met Tilburg University) van de veertien Nederlandse universiteiten. Het gemiddelde is 24,2 procent.
Extra actie
De RUG erkende eerder al dat de veranderingen niet snel genoeg gaan en dat het streefcijfer (in 2025 moet een op de drie hoogleraren een vrouw zijn) niet wordt gehaald zonder extra actie. Daarom werden de nieuwe leerstoelen gelanceerd en die blijken snel ingevuld. Deze ontwikkeling is overigens niet meegenomen in de meest recente monitor.
De nieuwe hoogleraren zijn aangesteld bij vijf faculteiten. Het gaat om drie posities bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, twee bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, drie bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid, twee bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen en drie bij het UMCG.
Rector Cisca Wijmenga: ‘In een relatief hoog tempo hebben we de vijftien leerstoelen kunnen invullen, terwijl een hoogleraar aanstellen een uitgebreid proces is. Dit laat dus ook zien dat er voldoende potentiële vrouwelijke kandidaten zijn. Ik zie daarom de ambitie die wij als RUG hebben gesteld voor 2025 met vertrouwen tegemoet.’
Actief beleid
Nederlandse universiteiten voeren sinds een aantal jaren een actief beleid om meer vrouwelijke hoogleraren aan te trekken, met wisselend succes. De afgelopen vier jaar is het percentage vrouwelijke hoogleraren volgens de Vereniging van Universiteiten (VSNU) met 6 procent gegroeid.
In 2025 moet 31 procent van de hoogleraren vrouw zijn, is het streven. De Open Universiteit haalt als enige nu al het streefcijfer en gaat daar met 40 procent zelfs ruim overheen. Wageningen University, TU Twente, TU Delft en TU Eindhoven scoren het laagst en zitten allen onder de 20 procent. Van de brede universiteiten scoort Erasmus Universiteit Rotterdam met 21 procent het slechtst.