‘Het is heel makkelijk eigenlijk’, zegt agent Joost Verhagen als hij voordoet hoe je een deur open forceert. Hij heeft een plastic kaart in z’n hand ter grootte van een pinpas, die hij tussen de deur en het kozijn steekt. ‘Je duwt de kaart tegen het schuine dakvlak van het slot aan terwijl je de deur heen en weer schudt. Beetje wrikken en hij is zo open.’
Drie teams van in totaal veertien agenten staan klaar om zijn voorbeeld te volgen. Ze gaan inbreken in studentenhuizen in de binnenstad om studenten te laten zien hoe gemakkelijk het is om hun laptops, mobieltjes en fietsen te jatten. ‘We zoeken dit keer echt de grens op’, geeft studentagent Matthijs Beukema toe.
Strafbaar
De studentagenten zijn al jaren bezig met campagnes om studenten te waarschuwen voor de honderden inbraken die ieder jaar weer worden gepleegd in studentenhuizen. Bij studenten in de Groninger binnenstad gebeurt het zo’n tachtig keer per jaar. Posters, gratis anti-inbraakstrips, gratis anti-diefstal software, KEI-voorlichting en honderden huisbezoeken hebben tot nu toe weinig effect gehad. Studenten blijven het vertikken om hun deuren en ramen goed te sluiten. ‘Het blijft een probleem dat ze niet interesseert. We willen ze bewust maken van de risico’s’, zegt Beukema.
De inbraakactie is een laatste poging om studenten wakker te schudden. ‘Een schreeuw om aandacht’, geeft de studentagent toe. Maar wel een opmerkelijke. De agenten gaan daadwerkelijk inbreken bij huizen in de binnenstad. Ze overtreden écht de wet.
Beukema: ‘Formeel gezien doen we aan huisvredebreuk, dat is een strafbaar feit. Maar daarom hebben we deze actie ook eerst laten goedkeuren door de districtschef, de hoofdofficier van justitie en de burgemeester. Ze zien allemaal het probleem. Iemand zou aangifte tegen ons kunnen doen en dan is het aan het Openbaar Ministerie om te kijken wat ze ermee doen. Maar die hebben al gezegd dat ze ons niet vervolgen. In dit geval heiligt het doel de middelen.’
De agenten trekken met felgekleurde jassen de binnenstad in. Adrenaline pompt duidelijk door hun lichaam. Ze hebben er zin in, maar vinden het ook spannend. Het voelt vreemd om iemands huis binnen te dringen en ze weten niet hoe de bewoners zullen reageren. Het plan is dat ze deuren openmaken en ramen binnenklimmen en de bewoners laten schrikken. Is er niemand thuis, dan maken ze een Polaroidfoto van zichzelf met de ‘buit’ en leggen die samen met een flyer in de woning.
Jackpot!
Maar inbreken blijkt toch moeilijker dan gedacht. ‘Wat is hier aan de hand?’, vraagt een bewoonster van een Vindicathuis in de Folkingestraat als ze het handjevol agenten voor haar deur betrapt. ‘Mogen we jullie deur flipperen?’, vragen de agenten. ‘Superraar, ze gaan proberen bij ons in te breken’, roept de student naar een huisgenoot. De agenten staan vijf minuten aan de deur te wroeten, maar ze komen er niet in. ‘Yesss!’, roept de bewoonster. ‘Er is hier twee jaar geleden wel ingebroken. Nu is de deur wel beveiligd.’
En dat blijkt bij meer huizen het geval, ontdekken de agenten. Het team in de Visserstraat heeft meer geluk. De ene na de andere woning komen ze binnen. Een van de agenten is via een brandtrap door een openstaand raam naar binnengeklommen. ‘Jackpot! Hij kon meteen vijf kamers binnen. Er was niemand thuis, en in elke kamer lag een laptop’, vertelt een van hen. ‘Vervolgens kon hij via dat huis bij de buren komen, waar hij door het raam een oranje koordje aan het slot zag hangen. Zo kon hij zich naar binnen hengelen en alle fietsen in de hal ‘jatten’. De bewoner vond het wel een mooie actie. ‘Je staat er niet bij stil hoe makkelijk dat gaat’, zei hij.
De agenten begrijpen de studenten wel. ‘Je doet pas iets aan je huis als het je een keer is overkomen’, zegt Matthijs Beukema. De inbraakactie moet ervoor zorgen dat ze daarmee worden geconfronteerd. ‘We hebben al zoveel geïnvesteerd in het waarschuwen van studenten, maar het lukt niet om ze te bewegen zichzelf bezig te houden met veiligheid.’
Laptops
In de Ubbo Emmiusstraat is het raak. Een gangdeur met codeslot blijkt geen enkel obstakel te zijn voor de ‘klimgeit’ van het team. Van binnenuit opent hij de deur voor zijn collega’s. De gang blijkt toegang te geven tot de openstaande achterdeuren van vier studentenhuizen. ‘Hallo? Politie!’
De agenten kunnen probleemloos door het huis heen lopen. Eén agent heeft al een laptop uit een kamer gepakt, als er plotseling een gezicht vanonder de dekens vandaan komt. ‘Wat is er aan de hand?!’
‘We hebben wel vaker discussies gehad met de verhuurder over die achterdeur’, vertelt een huisgenoot aan de agenten. ‘In het verleden zijn hier wel inbraken geweest en is boven veel gejat. Laptops, telefoons, makkelijk spul dat draagbaar en veel waard is. Maar het is moeilijk aan te kaarten bij de huisbaas. Het is een monumentaal pand, daar mogen we niet veel aan doen. En de code van de deur is ook bij menig mens bekend.’
Bij de buren schrikt een student vanachter z’n laptop op als een agent z’n kamerdeur opentrekt. De politie liep al minutenlang door het huis heen. ‘Het is goed dat ze het doen’, zegt hij laconiek. ‘Het laat toch zien dat we beter moeten opletten.’
Laks
In de Kleine Haddingestraat trekt een studente met wilde blik de voordeur open als ze merkt dat iemand ‘m open probeert te flipperen. ‘Hallo, niet schrikken, wij zijn van de politie’, zegt agent Cor Koning. Hij legt haar uit waarom ze aan haar deur wrikken en vraagt of ze nog even mogen inbreken. ‘Ik moet zo weg’, reageert het meisje nadat de agenten nog een poging hebben gedaan. Ze springt snel op haar fiets. ‘Heb je wel je voordeur op slot gedaan?’, roept een agent haar na. ‘Nee, ik heb haast, ik moet sporten’, roept ze terug. ‘Heel typerend’, zegt hij hoofdschuddend. ‘Studenten blijven laks.’
De studentagenten kunnen alleen maar hopen dat de actie heeft gewerkt. Dat studentenhuizen een makkelijk doelwit zijn is in elk geval wel duidelijk. ‘In totaal hebben we bij ongeveer 42 woningen geprobeerd in te breken. Bij 30 huizen is het ook gelukt. Dat is 70 procent!’